Dit boek was eigenlijk een tussendoortje. Ik had meerdere keren ervan gehoord, en de titel is natuurlijk sowieso geweldig, dus ik besloot hem snel te lezen tussen dikke fantasyboeken door.
Zo lees ik op dit moment de Stormlight Archive. Vandaar dat er lange tijd geen boekrecensies zijn geweest, want dat zijn héle dikke boeken. Ze zijn goed, maar na maandenlang dezelfde fantasywereld wilde ik toch even iets heel anders.
They Both Die at the End bleek een veel beter boek dan ik van tevoren had gedacht en hield me nog bezig nadat ik het uit had.
Wat is het idee?
De twee hoofdpersonen krijgen, in de eerste twee “hoofdstukken”, een telefoontje van Death-Cast. Dat is een service uit de toekomst die voorspeelt of iemand de komende 24 uur gaat sterven. Ze hebben er nog nooit naast gezeten, dus als je dit telefoontje ontvangt, weet je dat je het beste moet gaan maken van je laatste dag.
(Mensen die dit bericht hebben gekregen noemen ze ook wel Deckers in het boek. Ik neem aan dat het een samensmelting van Death-Cast is: Death-Cast => De-Ca => Decker. Maar ik kan me niet herinneren dat het wordt uitgelegd.)
Een heel simpel idee. Een sterke opzet. En iets dat eigenlijk met gemak het hele boek draagt, ook al wordt het niet veel ingewikkelder dan dit. Je volgt twee mensen die proberen van hun laatste dag het beste te maken—dat is alles, en dat is genoeg.
En je weet al hoe het eindigt.
Wat ik goed vond
Het boek doet niet echt aan hoofdstukken. Het zijn meer … fragmenten. Hele korte scenes, met een kopje die het perspectief aanduidt (welk personage volgen we nu?) en het tijdstip.
Soms was dit een beetje een whiplash, als hoofdstukken maar een halve pagina waren. Maar meestal zorgde dit voor een lekker tempo en dat ik langer bleef doorlezen dan gepland.
Daarnaast speelt het boek op interessante manieren met het idee van Death-Cast. Wat zou er gebeuren als zo’n service in het echt zou bestaan? Hoe zouden mensen hun laatste dag invullen? Het introduceert regelmatig nieuwe personages—soms voor maar één of twee van die fragmenten—die weer een andere relatie hebben tot Death-Cast. Die er op een andere manier mee omgaan of mee leven.
Maar ondanks deze vrij filosofische vragen, wordt het boek nooit een langzaam geneuzel over “sterfelijkheid” en “hoe het leven vervliegt”, noch een of ander episch verhaal over hoe iemand toch probeert Death-Cast ongelijk te geven en te overleven. (Ja, ik heb te veel fantasy gelezen het afgelopen jaar :p)
Het is … een simpel, down-to-earth verhaal over twee mensen van verschillende afkomst, die elkaar vinden en samen hun laatste dag op aarde proberen vorm te geven. Als je vaker dit blog hebt gelezen, weet je dat ik daar altijd de voorkeur aan geef.
De gedachten en gevoelens zijn meestal goed weergegeven, al is het soms wat repetitief of cliché en zoetsappig. De schrijfstijl is modern en simpel, maar gelukkig zonder de ultrakorte plakzinnetjes waarvoor veel moderne schrijvers (voor de jeugd) kiezen.
simpeler is altijd beter, maar er komt een punt dat je boek leest als een haperend telegram van 300 pagina’s.
Ook heeft elk van de personages echt een unieke, herkenbare, passende praat- en denkstijl. Zeker de manier waarop Rufus denkt en praat viel me op en was altijd interessant. Bijzondere straattaal-achtige woordkeuze, extreme maar eerlijke reacties op alles. Je wist meteen wanneer hij aan het woord was, vanaf de eerste zin.
(Hetzelfde met Mateo: hij praat altijd in volzinnen, met nette woorden of beleefde taal. Lydia die chaotisch praat en regelmatig boos wordt op haar kind, om meteen daarna te zeggen “maar nee jij bent natuurlijk het liefste schatje op aarde”. Ik heb weer veel geleerd over goede dialogen en unieke personages neerzetten in mijn eigen verhalen.)
Het idee van Death-Cast is op zichzelf ongelofelijk interessant en zou elk verhaal omhoog tillen. Het is de perfecte invulling van verhaalmagie: je bedenkt iets dat zo interessant is, dat de lezer het accepteert dat er geen uitleg voor komt. (Er is één zinnetje over dat “niemand weet hoe ze het doen” in het hele boek, verder niks.) De simpele uitwerking, die niet langer blijft dan nodig en constant verschillende invalshoeken neemt, verpest dit niet en maakt het goed af.
En de titel die het einde weggeeft is, in dit geval, geheel passend. Iedereen weet dat ze de dood niet kunnen ontwijken. Maar het punt van het boek is juist dat het gaat om de reis, niet het eindpunt. Het punt van leven is niet om zo lang mogelijk de dood te ontwijken, maar om simpelweg te leven.
Wat ik minder vond
De schrijver probeerde hier en daar wel “spanning” toe te voegen, door scenes te geven waarin de hoofdpersonen in gevaar waren of misschien wel zouden sterven. Maar ja, met zo’n titel, met nog 150 pagina’s te gaan … natuurlijk sterven ze nog niet. (Wat komt er daarna? Honderd pagina’s over hoe erg anderen hun vrienden missen?)
De manier waarop het einde afspeelt hangt mij iets veel op een dommigheid en een detail. Zonder spoilers te geven, kan ik hier verder weinig over zeggen. Na een heel boek opbouw had ik misschien iets té veel van het einde verwacht. Want het is niet slecht, maar het is ook verre van het sterkste deel van het boek.
Misschien is het boek ietsje te lang. En misschien is het iets té … normaal en rustig. Ik denk dat het idee nog wel wat verder had kunnen worden getrokken. Nu volg je eigenlijk twee mensen die wat door de stad wandelen, plekken bezoeken die voor hen iets betekenen, en een stuk of drie plekken bezoeken die zijn opgericht om die Deckers een leuke ervaring te geven op hun laatste dag. (Make-A-Moment als vervanging van Make-A-Wish.)
Tegelijkertijd, wat kan je doen, als je plotseling hoort dat je ergens de komende 24 uur sterft? Grootse plannen, vakanties, of missies zijn nou niet bepaald haalbaar :p Dus dit zijn kleine minpuntjes van iemand die misschien te veel in de modus van fantasyverhalen zit.
Dit verhaal hangt volledig op het ontwikkelen en volgen van wat personages, terwijl ze groeien op hun laatste dag, en misschien nieuwe dingen ontdekken. Terwijl ze soms praten over hoe ze hun leven hebben verspild, over sterfelijkheid of wat ze achterlaten. Dat is alles dat je krijgt, 300 pagina’s lang.
Maar ik denk dat het genoeg is, want ik heb het boek toch vrij snel en met plezier gelezen.
Conclusie
Een goed boek vol fijne keuzes qua vertelstijl: woordkeuze, verschillende invalshoeken, vrij snelle scenes, duidelijke tijdstippen.
Een heel sterk idee met de Death-Cast, die redelijk wordt uitgewerkt, zonder dat het verhaal op stilstand moet of je om de oren wordt geslagen met hoe geniaal de auteur zijn eigen idee vindt.
Misschien had het korter gekund, met minder herhaling en minder doodnormale langzame dialogen. Maar dat zijn minuscule minpuntjes.
Oh, en de voorkant is mooi! Altijd pluspunten voor mooie stijlvolle voorkanten.
Tot zover mijn gedachten over dit boek.
het is niet echt een recensie. Zoals ik al zei, het was bedoeld als tussendoortje en ik ben te druk voor een langere analyse. Ook heb ik verder echt niks aan te merken, positief of negatief.
Er zijn (nog) geen reacties.