Richting het einde van de middelbare school realiseerde ik dat ik eigenlijk héél weinig had geschreven. Voor iemand die schrijven/lezen interessant vond, en het misschien later wilde doen als werk, was dat niet zo handig.
Maar een heel boek leek me te moeilijk. Een hele fantasyreeks was al helemáál niet aan de orde.
Dus ik besloot om korte verhalen te schrijven. Al vrij snel legde ik het volgende idee vast:
- De verhalen zijn een soort sprookjes of legendes, voor alle leeftijden (maar zeker ook kinderen), die allemaal in hetzelfde universum plaatsvinden.
- Elk verhaal is zo’n 10,000-15,000 woorden. Zo kunnen er 8 gebundeld in één boek … dacht ik.
- Het vertelt, op magische en alternatieve wijze, het ontstaan van leven op aarde en onze algemene geschiedenis.
En zo ontstond “De Levenssaga”. Aan het einde van de middelbare school schreef ik drie verhalen. Aan het begin van mijn studie schreef ik de andere vijf. Toen heb ik er jarenlang niks mee gedaan.
Dit artikel vertelt vooral de historie tot dit punt: de eerste slechte verhalen tot hoe ik het uiteindelijk tot mijn beste project ooit maakte. Net zoals de levenssaga de interessante historie vertelt. Bezoek de pagina, of Google de titel, om de verhalen te lezen of kopen. Lees de gedetailleerde dagboeken voor meer informatie.
Waarom duurde het zo lang?
Verbeteren, verbeteren, verbeteren
Een jaar ging voorbij en ik nam een “tussenjaar” van mijn studie. Ik besloot om deze oude verhalen opnieuw te lezen en te editen. En, geloof me, dat was nodig. Het waren zo’n beetje de allereerste verhalen die ik schreef, dus elke zin was véél te lang en ingewikkeld, het plot zat vol met gaten, dat soort gein.
Deze allereerste verhalen waren geschreven in een tijd vóórdat de hele wereld digitaal werd, dus die heb ik allemaal geprint op A4 papier. Het laat mooi de progressie zien die dit project (en mijn schrijfvaardigheid) over de jaren heeft doorgemaakt.
De eerste verhalen hadden een slechte opmaak (lelijk lettertype, een muur van tekst, onduidelijke kopjes) en veel te lange kronkelende zinnen. De verhalen hieronder zijn “De Muzikale Musketiers”, “De Uilen van Cora” en “De Pluizenaars”
Het is werkelijk waar een wonder dat ik dit zelf kon lezen én dat enkele vrienden/familie het lazen.
Toen leerde ik het belang van verhalen editen en kreeg feedback (hoewel zeer weinig en zeer cryptisch). Hieronder staan notities rondom “De Pluizenaars” en een verbeterd eerste hoofdstuk voor “De Uilen van Cora” en “De Kanskeerders”. Je ziet dat ik de tekst al meer opbreek, kortere zinnen schrijf, het verhaal op een meer interessante plek laat beginnen. Maar het is verder nog niet geweldig.
Ik vond de blanco voorkanten van de verhalen wat saai en eentonig. (Alleen de naam van het verhaal, verder helemaal leeg.) Zeker als de saga groter werd, wilde ik de verhalen meer differentiëren, meer unieke voorkanten geven.
Dus ik besloot elk verhaal een kort gedicht te geven. Dit vertelt dan ongeveer waar het verhaal over gaat en wat je kunt verwachten. (Paste ook in het idee van een soort sprookjes of mythes.) Op hetzelfde moment leerde ik weer meer over goed schrijven en lay-out. Hieronder de voorkant en eerste pagina van de “Muzikale Musketiers” op dit punt.
Oké, we komen in de buurt van iets professioneels. Hier zit een idee achter. Dit is “leesbaar”.
(Wel zie je op dit punt een veel te grote focus op dialoog, want ik had net ontdekt hoe je daarmee verhalen dus veel korter kon krijgen en meer witruimte kreeg rondom de tekst. Een paar jaar later had ik eindelijk door dat ik té veel dialoog had en schaalde het gelukkig weer terug.)
En toen besefte ik eindelijk dat echte boeken natuurlijk (bijna) nooit A4 formaat hebben. Ze zijn A5, of iets in die richting. Dus dat was de laatste grote factor die mijn verhalen onleesbaar en onpraktisch maakte :p Ik leerde hoe je in Word kon instellen dat je een document print als een boekje en schreef vanaf dat moment alles in een A5 formaat.
Dit is de voorkant en het eerste hoofdstuk van “De Verbannen Familie”, wat uiteindelijk het eerste verhaal van de hele saga werd.
En zo werden de verhalen dus steeds beter, professioneler, makkelijker te lezen. De latere papieren versies, zeker van latere verhalen, heb ik niet meer … want die heb ik aan anderen gegeven en nooit teruggekregen. Dus die moeten enigszins goed zijn geweest.
Opsturen naar uitgeverij?
Ik vond het inmiddels dermate goed dat ik overwoog om ze op te sturen naar uitgeverijen. Dat is er nooit van gekomen.
Enerzijds omdat ik terug kwam op de studie die al mijn tijd, energie en levensvreugde opzoog. Anderzijds omdat dit idee compleet onverkoopbaar is.
Dat merkte ik toen ik na tien pogingen nog steeds geen begeleidend schrijven kon produceren. Hoe leg je in een paar zinnen uit wat het is en waarom mensen het moeten lezen? Je kunt de losse verhalen niet verkopen als boeken (daarvoor zijn ze te kort), maar als je ze bundelt wordt het al snel te lang. Het is voor kinderen, maar ook weer niet per se.
Het is een ramp om uitgeverijen te overtuigen dit werk serieus te nemen. Maar ik voelde aan alles, merkte aan de kwaliteit van de verhalen en ideeën, dat hier veel potentie in zat en dat het ooit moest worden gepubliceerd.
De typische Tiamozet: vergeten af te maken
Dus toen heb ik de typische Tiamozet gedaan en het hele project laten liggen en vervolgens compleet vergeten.
Laatst maakte ik een lijst van “Onafgemaakte Projecten” (zodat ik ze eindelijk allemaal netjes kon afmaken, op een zinnige volgorde) … en ik was dit project gewoon straal vergeten. Het duurde een week voordat ik deze folder terugvond en realiseerde dat ik dit nog had.
En het is niet eens alsof het project “soort van af” was of nog “onder constructie”. Deze hele bundel was gewoon 100% af op alle manieren. (Zoals de geschiedenis hierboven aantoont, waren de verhalen al door vele versies heen gegaan en compleet afgewerkt.)
Wat leren we hiervan? Tiamo is dom en moet dingen die hij afmaakt gewoon meteen uitgeven, anders vergeet hij het compleet en krijg je dit soort situaties :p
Het project een update geven
Dilemma’s, dilemma’s
In eerste instantie was ik van plan om alle verhalen na te lezen, te verbeteren waar mogelijk (fouten weghalen, kromme zinnen aanpassen, etcetera), en dan die hele bundel uit te geven.
Maar ik zat al snel met enkele dilemma’s:
- Dit is dus “deel 1”. Er zijn honderden andere sprookjes die ik kan vertellen in dit universum. De levenssaga kan, in zekere zin, altijd worden uitgebreid met meer korte verhalen. Hoe moet ik dit boek noemen?
- Ik speelde met het idee om dit simpelweg gratis op mijn blog aan te bieden. Maar dit blog is niet gemaakt om zulke lange verhalen te lezen. En het is mijn ervaring dat mensen “het kost geld” verbinden met “het is van hoge kwaliteit” (en andersom dus gratis dingen meteen afwijzen).
- Acht verhalen van ~15,000 woorden zorgt voor een héél dik boek. Zo’n 500 pagina’s, zeker als je een groter lettertype pakt en het met veel witruimte opmaakt. Dit is véél te veel. Kan ik het opbreken? Wat is de beste manier?
Na wat puzzelen, en teruglezen van oude notities, nam ik een beslissing.
In stukjes hakken
De wereld die ik heb verzonnen heeft tien tijdperken. Het idee was origineel dat elk verhaal in een ander tijdperk is, dus dat de bundel tien verhalen heeft.
Maar hallo, ik ga dit niet uitgeven als bundel van tien verhalen per keer :p Het moet opgebroken in stukjes.
En dan zijn 5 stukjes het handigst. Twee verhalen per keer. Dat resulteert in 25,000-30,000 woorden, wat een gemiddeld kinderboek is.
Dus beslissing #1: ik schrijf er twee verhalen bij (in de tijdperken die ik nog niet had gedaan) en geef de boeken in bundels van twee uit.
Naamgeving
Dit lost ook mijn probleem met naamgeving op!
Alleen een getal vond ik niet genoeg: dat is een beetje kaal en abstract. (“Welk boek lees je?” “Levenssaga 7!”)
Elk boek compléét anders noemen vond ik verwarrend: dan was niet duidelijk dat het allemaal onderdeel was van de levenssaga. (“Welk boek lees je?” “Drakenmeester, natuurlijk het vervolg van Konijnenkoers, maar je moet eigenlijk bij deel één beginnen: Huppelhemel”)
Als het twee verhalen zijn, kan ik alle boeken een subtitel geven waarbij ik twee leuke termen uit de verhalen aan elkaar plak, met een ampersand (&) ertussen!
Bijvoorbeeld: Levenssaga 1: Pluizenaars & Knuffelgoden.
(Ik vind het heel leuk om onbestaande woorden te bedenken en te verwerken in de sprookjes. Zoals pluizenaars, schaduwsluipers, grijpglas, kanskeerders, en veel meer. Het is veel interessanter om die woorden te gebruiken in de titel, dan saaie titels met bekende woorden :p)
Digitaal? Of niet?
Steeds meer mensen kopen ebooks (in plaats van fysieke boeken). Ook sta ik dus open voor verhalen als deze gratis aanbieden op mijn website.
Maar zoals ik al zei: Niet Dat Het Uitmaakt is niet daarvoor gemaakt. Het zou onhandig lezen, raar staan tussen de andere inhoud, en in het algemeen een rotzooi worden.
Gelukkig wilde ik al een jaar of twee een nieuwe techniek proberen: ik schrijf het boek als een website (lokaal, op mijn computer, niet te vinden voor anderen) en zet het aan het einde om in een ebook (lang verhaal, maar dat kan best makkelijk).
Dit leek me het perfecte moment.
Als ik alle verhalen overzet naar een website, kan ik altijd nog ervoor kiezen om die website openbaar te maken. Bovendien wil ik dit project zo flexibel mogelijk maken: het is al groot en het kan zomaar véél groter worden gedurende mijn leven. Een website is véél beter daarvoor dan bijvoorbeeld Word. (Met één regel code kan je letterlijk je hele boek aanpassen.)
Dus dat heb ik gedaan. Het was even zoeken, er zijn wat fouten gemaakt, maar uiteindelijk vond ik een manier om snel alle verhalen over te zetten naar een websiteformaat, terwijl ik ze verbeterde.
Lange hoofdstukken
Elk verhaal heeft vijf hoofdstukken. Dat betekent dat één hoofdstuk zo’n 3000 woorden is.
Dat is … lang. Ik weet niet waarom ik daarvoor koos. Zelfs in volwassen literatuur schrijft men meestal niet zulke lange hoofdstukken.
Waarom niet? Meerdere redenen.
- Een verhaal behapbaar en toegankelijk maken is extreem belangrijk in mijn ogen, zeker in de moderne tijd waar iedereen hun concentratiespanne overboord heeft gegooid.
- Maar het is ook ideaal als het voor mij (als schrijver) behapbaar blijft. Het is makkelijker tijd/motivatie te vinden voor een hoofdstuk schrijven als ze 1000 woorden zijn, dan 3000.
- En als laatste dwingt het mij om korter te schrijven én constant creatief te zijn met cliffhangers, of een interessant begin/einde van een hoofdstuk.
Veel voordelen. Te veel om te negeren.
Dus ik besloot om elk verhaal tien hoofdstukken te geven. (Dit past dan ook weer heel goed bij de 10 tijdperken, de 10 verhalen per cyclus, het algemene getal 10 dat blijkbaar door dit project gaat.)
Oh, en ik had een voorliefde voor epilogen, dus het laatste hoofdstuk is altijd een epiloog. Dat houd ik er maar in.
Vertelstijl
Toen ik begon met de verhalen teruglezen, stopte ik al na de eerste zin. Ik was namelijk vergeten dat deze verhalen in derde persoon verleden tijd staan.
Sindsdien heb ik dat nooit meer gedaan. Al mijn andere werk is tegenwoordige tijd en vanuit verschillende ik-perspectieven.
Ik heb geen intentie om in al die verhalen deze vertelstijl aan te passen. Zeker ook omdat ik meen te herinneren hiervoor bewust te hebben gekozen.
Veel kinderverhalen en sprookjes van vroeger staan in deze stijl. Waarom?
- Veel van die verhalen beginnen letterlijk met “lang lang geleden” en “in een land hier ver vandaan”. Tja, dan lijkt verleden tijd en van buitenaf vertellen logisch.
- Het geeft een soort sfeer van “mijn opa leest deze verhalen ’s avonds voor bij de haard”. Door je te distantiëren op deze manier, wordt het een fantastisch verhaal dat nooit té eng of spannend wordt.
- Het stelt je in staat om een “alwetende verteller” te spelen.
- In het geval zulke kinderverhalen een wat donkerder onderdeel hebben, zoals een personage dat sterft of een oorlog, zorgt dit vertelpunt voor wat afstandelijkheid waardoor kinderen er beter mee om kunnen gaan. (En geloof me: De Levenssaga heeft veel donkerdere kanten.)
Dus ik wilde dit aanhouden. Maar dan moest ik het wel wat extremer toepassen door die alwetende verteller te introduceren én zinnen iets meer neer te zetten alsof iemand het verhaal dus aan je voorleest, als uit een herinnering.
Het voordeel van beide elementen is dus dat je spanning kunt opbouwen, dingen kunt opzetten of “voorspellen” die dan later in het verhaal komen. Ik dacht dat het ook zou helpen met het opsplitsen van de hoofdstukken zonder spanning te verliezen.
De meeste sprookjes beginnen met diezelfde zin (“once upon a time … “). Dat vind ik saai en is nu wel vaak genoeg gedaan. Ik wil verhalen beginnen met een unieke, interessante zin die een lezer aantrekt.
Maar ik kan wel sprookjes eindigen met dezelfde zin. Na een paar dagen, en een lijst van opties, koos ik voor het simpele: “En zo ging het leven verder …”
Net wat scherper maken
Ik merkte een patroon in deze oude verhalen: ze waren allemaal net wat te lang, en dat kwam vooral doordat er net iets te veel personages waren die constant simpele handelingen deden (die ik dan zo nodig moest beschrijven).
Denk aan eindeloos veel zinnetjes als “Hij rende naar haar toe” en “Ze pakte de handen van haar kinderen” en “Ze keken elkaar in de ogen”. Allemaal hele simpele beschrijvingen die vaak niet al te relevant waren voor het verhaal. (Hierover schreef ik een los artikel.)
Een aantal verhalen kwam boven de 15,000 woorden, maar dat wilde ik eigenlijk als harde bovengrens instellen. Het liefst schrijf ik toekomstige verhalen eerder naar de 10,000 woorden.
In de praktijk betekende dit vaak dat ik, zodra het hele verhaal af was, alsnog een paar honderd woorden moest verliezen om nét onder de 15,000 uit te komen. Het is interessant hoe hard je dan kan zijn voor je eigen paragrafen. Waar je eerst dacht dat iets niet korter kon, kan het blijkbaar toch véél korter als het echt moet :p (Het woordenaantal van een aantal verhalen zit echt nét onder de grens, zoals 14,994 voor het eerste verhaal.)
Een aantal verhalen had meer dan 10 unieke personages, dat wilde ik sowieso reduceren, whatever the cost. Ja, het is behapbaar, het is te volgen. Maar ik weet uit ervaring dat als ik denk “het kan nog net”, dat een ander (onbekend met mijn werk) denkt “nee dit kan net niet”, dus ik wil het nog iets verder inkorten en versimpelen.
En die warrige schrijfstijl met veel te veel korte handelingen heb ik aangepast. Dit was een “eye opener” voor mij, want ik doe dit nog steeds in mindere mate, maar het is een wereld van verschil als je al die zinnetjes weghaalt of vervangt door iets beters. Iets waarmee ik nu dus lekker veel mocht oefenen.
Met al die aanpassingen krijg je een veel strakker verhaal, dat fijner leest, en niet te lang is.
Dus dat was de laatste grote aanpassing!
Het schrijven zelf
Ik heb die oude verhalen zo lang geleden geschreven, dat ik verder geen details meer weet over het proces. Geen anekdotes, geen problemen waar ik toen tegenaan liep. Ik hield nog geen “dagboeken” bij van projecten. Dit blog bestond nog lang niet!
Dus ik kan alleen wat vertellen over hoe ik ze heb geüpdatet en hoe ik de nieuwe verhalen heb geschreven.
Als je écht een gedetailleerd dagboek wil van dit proces (en niet de hippe samenvatting): [Dagboek] Levenssaga Cyclus 1
Eerste update
Ik weet alleen dat de eerste versie echt heel erg slecht was.
Ik had constant zinnen die een halve pagina in beslag namen. (Ik las en schreef als kind al veel, vaak ver boven mijn leeftijd. Daaruit ontstond waarschijnlijk een liefde voor moeilijke woorden en lange zinnen.)
De ene keer stond je tien pagina’s stil bij een gesprek tussen karakters dat ik dan heel grappig vond, maar verder niet relevant was. De andere keer gebeurden op één pagina zevenhonderd hele belangrijke gebeurtenissen. Karakters kregen geen diepgang, het verhaal sprak zichzelf tegen, het gaat maar door.
(En ik vond het leuk om verwarrende namen te geven, blijkbaar. Eén verhaal heeft drie hoofdpersonages die allemaal dezelfde diersoort zijn, en uiteindelijk een soort trio vormen, dus het leek me toen slim om het een soort Kwik, Kwek en Kwak te maken: Tink, Plink en Hink. Het probleem is dus dat je als lezer constant de naam leest en moet nadenken wie het ook alweer was, wat gewoon niet handig is.)
Dat heb ik allemaal opgelost tijdens die eerste verbeterronde, jaren geleden. Puur door korter en scherper te schrijven, kon ik toen 5,000 woorden per verhaal schrappen. Zonder inhoud kwijt te raken! Die ruimte gebruikte ik om alle gaten op te vullen en gebeurtenissen de juiste hoeveelheid tijd te geven.
Deze update
Deze laatste update was net zo’n significante verbetering.
Dit waren de kleine aanpassingen door alle verhalen heen:
- Ik gebruikte één haakje voor dialoog. (‘Ga weg,’ zei ze.) Daar heb ik twee haakjes van gemaakt, want dat vind ik duidelijker en lees je minder snel overheen.
- Gelukkig besefte ik op tijd dat ik dit niet handmatig hoefde te doen, maar dat ik met wat slimmigheden in één keer alle haakjes correct kon overzetten. Iets dat Word niet kan, maar de code editor waarin ik de verhalen nu schrijf wél.
- Ik maakte nog eens fouten met de bezittelijke “-s” vroeger. Of die nare “-dt”.
- Ik heb dus hoofdstukken gesplitst in twee en halverwege iets van een cliffhanger geregeld, zodat elk verhaal in totaal tien hoofdstukken werd.
- Ik vond het héél leuk om een komma voor het woordje “en” te plaatsen. (Hij pakte het zwaard, en liep naar de ingang van het paleis.) Vaak is die niet nodig en stopt het juist de flow van het lezen. (Hier schreef ik ook een los artikel over.)
- Slimmigheden om dingen veel korter, duidelijker of fijner op te schrijven. Dat is puur die ervaring die ik de afgelopen jaren heb opgedaan.
Daarnaast waren er continu plotkeuzes die echt beter moesten.
In het tweede verhaal, bijvoorbeeld, was er geen duidelijke urgente dreiging. Een stel pluisjes is op zoek naar een plek om te slapen op een nieuwe planeet waar ze net zijn aangespoeld. Maar nergens wordt duidelijk gemaakt waarom dat zo essentieel is, er zit geen urgentie achter, en als ze eindelijk worden binnengelaten ergens zegt de eigenaar letterlijk: “het is hier net een hotel, jullie mogen zo lang blijven als jullie willen”.
Inmiddels herken ik dit soort situaties in mijn (oude) verhalen en weet ik dat ze anders moeten. In de nieuwe versie is de Eerste IJstijd op komst, dus het is heel erg koud, en blijkt het hele woud een hekel te hebben aan pluisjes, dus het is heel erg gevaarlijk. (Deze elementen zaten in het verhaal, maar slechts op de achtergrond.)
Dat zorgt dat ze nu meteen een warm hutje nodig hebben. En die eigenaar van dat hotel? Die wil ze zo snel mogelijk weg hebben, wat ook een extra interessante wending aan het plot toevoegt …
De uiteindelijke versie
Het stomme is dat de verhalen nét te lang zijn om in één dag doorheen te werken. (Qua editing. Je gaat natuurlijk niet in één dag een heel nieuw verhaal schrijven!) Dus ik besloot elk verhaal in tweeën te hakken: vijf hoofdstukken per dag. Anders werd ik ook gillend gek, want er is zoveel om te lezen en zoveel om aan te passen.
Het is wel gaaf om dingen terug te lezen die je zo’n tien jaar geleden voor het eerst hebt geschreven.
Op veel manieren ben ik nog steeds dezelfde persoon, die hetzelfde soort verhalen wil vertellen. Die nog steeds enthousiast is over dit project en zichzelf meer korte sprookjes ziet schrijven, die gigantische wereld ziet opbouwen over tijd.
Maar er zijn ook een paar significante verschillen. Deze verhalen bevatten véél meer grappen, springen van de hak op de tak, en focussen bijna compleet op dialoog en een losse avontuurlijke stijl. Mijn huidige werk is rustiger en diepgaander, meer gefocust op karakter, thema, spannende scenes, afwisseling.
Je moet de levenssaga niet lezen voor een geweldig plot of karakter, maar gewoon voor het fantastische en grappige avontuur, dat samen een hele bijzondere wereld opbouwt, waarvan je misschien nog iets leert over het echte leven …
Om een voorbeeld te geven: het tweede verhaal (De Pluizenaars) heeft nogal veel dialoog, terwijl er niet zoveel gebeurt als ik zou willen. Een paar hoofdstukken zijn bijna volledig “we ontmoeten iemand en praten met diegene over iets belangrijks”.
(In eentje praten ze met de Godin van Natuur over waarom ze hun thuisplaneet Pluiso hebben vernietigd. In de ander praten ze met Lasso die uitlegt over de Grote Namenoorlog en hoe dat alle pluisjes uit elkaar heeft gedreven. Op zich prima en interessant, maar had spannender en met minder dialoog gekund.)
Dat zou ik nu nooit meer doen. Ik zou proberen het af te wisselen met actie, ik zou proberen die informatie op andere manieren te geven (gedachten, ze vinden iets, een scene vertellen vanuit een ander personage), ik zou het hele verhaal anders structureren. Maar als ik dit wil veranderen voor deze verhalen, moet ik vrijwel het hele verhaal opnieuw schrijven en inrichten. Dat gaat niet gebeuren.
Hoe gaan we dit allemaal bijhouden?
Het grote probleem is natuurlijk dat dit idee alleen maar zal groeien. Steeds meer verhalen op andere plekken, met andere gebeurtenissen die gevolgen hebben, die elkaar constant refereren.
Hoe zorgen we dat het overzichtelijk blijft? Elkaar niet gaat tegenspreken? Er geen grote gaten ontstaan?
Dit probleem werd erger en erger naarmate ik meer verhalen definitief had geüpdatet.
Uiteindelijk koos ik voor de volgende paar oplossingen.
Oplossing #1: Focus op een paar grote veranderingen per tijdperk. Dat is immers het hele idee: er gebeurt iets schokkends en daardoor komt de wereld in een nieuw tijdperk. Als ik een stuk of vijf veranderingen vastleg per tijdperk, heb ik iets om me altijd aan vast te houden en naartoe te werken. Een paar simpele dingen die sowieso waar zijn.
(Ik heb dan ook een groot plaatje gemaakt met een tijdlijn, zodat ik dit overzichtelijk kon neerzetten. Ik weet niet of ik deze ooit publiekelijk deel, want het bevat véél informatie die ik pas in latere verhalen wil onthullen.)
Het belangrijke is dat dit getal laag blijft. Natuurlijk, ik kan wel twintig dingen bedenken die veranderen, maar dat wordt een rotzooi. Voor zowel mij als de lezer.
Nee, we hebben een kleine lijst dingen nodig die het tijdperk hebben ingeluid, en wat dingen die waar zijn voor dit tijdperk en niet waar voor de tijdperken daarvoor. (Bijvoorbeeld: “Vanaf dit tijdperk hebben dieren vuur.”)
Oplossing #2: Gebruik de website als een soort wikipedia. Een ander voordeel van een website voor het verhaal, is dat ik elk boek/hoofdstuk extra informatie kan geven. Meestal noemt men dit “metadata” of “frontmatter”. Dus ik kan bij elk boek opschrijven …
- In welk tijdperk het plaatsvindt
- In welke bundel het is uitgebracht
- Welk personage een connectie is van de goden. (Dat is één van de regels: elk verhaal heeft iemand met een connectie tot de eerste goden.)
- Welke karakters allemaal voorkomen
- Welke grote gebeurtenissen of termen het refereert
- Welke grote gebeurtenissen hier daadwerkelijk gebeuren
- Wat het leert. (Een deel van de verhalen probeert direct een feitje te leren, zoals hoe fotosynthese werkt.)
- Algemene genres. (Is het een mysterie? Is er magie? Gaat het over vriendschap of liefde?)
- Voorverhalen. (Verhalen die je misschien eerst moet lezen als je dit verhaal echt compleet wil begrijpen. Optioneel, meestal niet nodig.)
Vervolgens, als de website zichzelf genereert, maakt het dus verwijzingen aan voor al deze dingen en overzichtspagina’s. Ik wil alle verhalen waarin de Godin van Natuur voorkomt? Prima, ik klik op haar naam en krijg de lijst. Ik wil alle verhalen uit het derde tijdperk? Zelfde idee.
Het is niet perfect, want ik ga nooit héél gedetailleerde metadata bijhouden. Maar het is al een geweldige structuur om mee te werken.
(Overigens besloot ik ook om kleurenschema’s te gebruiken voor de tijdperken. Het tweede tijdperk is bijvoorbeeld groen, dus verhalen uit dat tijdperk zijn groen getint. En elk verhaal krijgt een uniek logo/icoontje. Dat is niet alleen mooi en stijlvol, het helpt wederom met snel herkennen waar je bent in de Levenssaga.)
Oplossing #3: Houd een “outline” bij per verhaal, zoals ik inmiddels altijd doe. Terwijl ik het verhaal schrijf/edit, houd ik een samenvatting bij van wat er in elk hoofdstuk gebeurt. Op die manier kan ik sneller terugzoeken wat ik precies allemaal heb bedacht, zonder dat ik het heel verhaal hoef te scannen.
Deze outline staat ook op de website (zodat ik deze snel kan vinden en openen, en alles op één plek heb). Net zoals mijn notities en onderzoek. Ik zie niet waarom ik dat zou verbergen voor lezers.
Maar als je de website omzet in een boek, negeert hij deze natuurlijk.
Plot Twist: we doen alles anders
Terug naar het unieke idee
Nee, niet alles natuurlijk. Maar er is één gigantische verandering de ik last-minute toch wilde doorvoeren.
Hoe meer ik aan de verhalen werkte, hoe meer ik alvast “marketing” opschreef voor dit project, hoe meer ik de tijdlijn bijwerkte … hoe meer ik zag dat de huidige verhalen en opzet gewoon niet genoeg waren.
Het originele idee was om “de geschiedenis van het leven, van het eerste zaadje totdat de mensen de ruimte in gaan, te vertellen”. Dat, eh, was totaal niet duidelijk in de huidige plannen. Ja, delen van dat idee waren aanwezig, er was een goede poging.
Maar letterlijk de evolutie van “niks -> complexe diersoorten” gebeurt volledig in het eerste verhaal. Terwijl dat een periode van biljoenen jaren is met tientallen belangrijke, interessante tussenstappen! Je weet wel, het soort tussenstappen waar de levenssaga over hoorde te gaan.
Op dezelfde manier volgen de tijdperken ongeveer de ontwikkeling van menselijke beschaving, maar op zo’n losse manier dat ik bijvoorbeeld al apen met speren, vuur, duimen, en grote intelligentie had in het tweede tijdperk. Dat is veel te vroeg. Er is nergens meer om naartoe te groeien, het is niet realistisch.
Een completere tijdlijn
Dus na een hele (hele) diepe zucht, besloot ik om het allemaal opnieuw in te richten.
Ik heb dagenlang onderzoek gedaan naar de biologische evolutie en daaruit zo’n 20-30 verhalen gedistilleerd die de hoogtepunten behandelen. (Die vinden dus vooral plaats in de eerste drie tijdperken.)
Daarna deed ik dagenlang onderzoek naar de geschiedenis van de menselijke beschaving. Ik ben hier al van jongs af aan in geïnteresseerd, dus ik had nog boeken liggen ergens ver onderin mijn stapel spullen :p Daarnaast heb ik documentaires gekeken, veel artikelen gelezen, en alle vragen die ik had opgezocht.
Het gevolg was opnieuw een rits van ~50 verhalen die wel zo’n beetje de hoogtepunten bespreken.
Her en der heb ik expres omwegen genomen. Want de ontwikkeling van de mens is niet lineair, het is exponentieel. Die eerste biljoenen jaren? Er gebeurde praktisch niks. Maar met elke stap vooruit wordt de tijd tussen grote uitvindingen korter. Totdat we richting het huidige tijdperk gaan, waarin we de laatste eeuwen ongelofelijk veel dingen hebben ontdekt en meegemaakt.
Ik probeer elk tijdperk even belangrijk te maken, zo is de levenssaga opgezet. Dus ik heb gebeurtenissen wat uitgerekt en soms domweg verplaatst om een ongeveer gelijke verdeling te krijgen per tijdperk.
Een vage indeling qua cycli
Om dit allemaal overzichtelijk en simpel te houden, ben ik de verschillende cycli (dus tien verhalen op rij, één in elk tijdperk) namen en thema’s gaan geven. De eerste cyclus heet “Het Ontstaan van Somnia” (niet zo verrassend). Een ander heet “De Verhuizing van Formaat” en gaat over grote verplaatsingen van volken en diersoorten. Weer een ander heet “De Liefde van het Leven” en gaat over ontstaan van liefde, geslachten, groepsdenken, liefdevolle gebeurtenissen in onze geschiedenis, etcetera.
Het aantal cycli dat ik nodig heb voor de volledige tijdlijn is ongeveer 20-30.
(Daar houdt het niet op, want dan blijven er alsnog verhaalideeën over. Ze zijn alleen niet belangrijk voor de rest van de wereld en kunnen dus altijd nog later. De uitvinding van vuur is vrij essentieel, maar een grappig verhaaltje over Paaseiland en waar Pasen vandaan komt is dat niet.)
Vervolgens moeten ze op een bepaalde volgorde. Dit was lastiger dan ik dacht. Wat is belangrijker? Welke uitvinding, biologische evolutie, belangrijke oorlog komt eerst? Wil ik het wel in een strakke volgorde?
Ik maakte het mezelf makkelijker door de cycli te ordenen op basis van in hoeverre ik deze al had gevuld (dus hoeveel verhalen al gepland stonden). Bijvoorbeeld, religie is extreem belangrijk door onze hele geschiedenis, dus ik had al een verhaal in bijna alle tijdperken. Maar er is ook een cyclus over spelletjes en vermaak waarin nog nauwelijks iets staat.
Ik maakte het nóg makkelijker door de cycli in groepjes van tien te stoppen (want tien is blijkbaar het getal dat door dit hele project loopt). Oftewel, de eerste en laatste zijn soort van “de belangrijkste” van de groep, degene met de grootste impact, of cliffhangers, of antwoorden op vragen die open stonden.
Zo ontstond automatisch een volgorde waar ik wel in kon komen. Die eerste “groep” gaat nu bijvoorbeeld over voedsel (en de voedselketen), uitvinding vuur/wapens, religie, belangrijke steden/keizers, communicatie/taal, allemaal dingen die ik inderdaad als “essentieel” zou bestempelen.
Tja, eigenlijk de enige cyclus die nogal onduidelijk is … is de allereerste: “Het ontstaan van Somnia”.
Wat betekent dit voor de huidige verhalen?
Op sommige punten moeten ze radicaal aangepast, vooral de eerste. Die wordt dus veel korter en vertelt alleen de eerste paar stappen: het omvormen van de planeet tot iets waarop leven kan ontstaan.
Andere verhalen hebben misschien fakkels, terwijl vuur nog niet is uitgevonden in de tijdlijn. Of dieren hebben wapens, terwijl die er ook nog niet zijn. Dat zijn relatief simpele, kleine aanpassingen.
Maar de grotere kwestie is relevantie. Veel van de huidige verhalen zijn kleine avontuurtjes die niet zoveel zeggen over de algemene tijdlijn. Ze zijn leuk en spannend, maar de beste kandidaten voor het begin van de saga? Nee, ik denk het niet.
Bijvoorbeeld: het tweede verhaal is dus “De Pluizenaars”. In dat verhaal komen pluisjes van een andere planeet onverwacht op Somnia terecht en moeten een veilige plek zien te vinden voordat ze sterven. Maar … de eerste cyclus gaat over het “ontstaan van Somnia”. Dus diersoorten van een compleet andere plek de hoofdrol geven en rond laten zweven voelt niet als de juiste stap. Hier zou een verhaal moeten komen dat grote stukken informatie geeft over het ontstaan van Somnia.
Dus met een hele (hele (hele)) diepe zucht besloot ik enkele van deze verhalen naar een andere plek te schuiven en iets nieuws te schrijven voor de eerste cyclus.
Wat werden de nieuwe kandidaat? Nou, een gepland verhaal dat …
- Veel zegt en bepaalt over de wereld. (Dus het moet een significant punt markeren en er moet veel ruimte zijn om subtiel informatie te geven.)
- Maar vooral dingen opent, in plaats van dat het dingen afrond. (Er zijn enkele grote oorlogen in de tijdlijn, maar je wilt niet als allereerste verhaal laten zien hoe deze oorlog, die de lezer dus niet kent, eindigt. “Hé, er was dus een super interessant conflict tussen de uilen en de wolven, maar dat laat ik nu niet zien, in dit verhaal krijg je vooral een vredesverdrag dat wordt getekend”)
Aangezien de levenssaga al vrij groot/complex wordt, wil ik alles doen om het simpel te houden, en dus niet al te veel spelen met tijd. Dus per tijdperk gaan de verhalen redelijk op chronologische volgorde. (In plaats van dat we beginnen met een verhaal halverwege het tijdperk, de volgende cyclus ineens helemaal aan het begin staan, daarna helemaal aan het eind, en we flipfloppen heen en weer.)
Met als gevolg dat de eerste cyclus eindelijk z’n naam eer aandoet: het gaat écht over het ontstaan van Somnia.
Het begint met de goden die neerkomen, dus ik vond het mooi als alle verhalen focusten op iets dat de goden deden om leven te creëren op deze wereld.
Dus dit is hoe die eerste cyclus werd aangepast:
- “De Verbannen Familie” => blijft het beste eerste verhaal, wordt alleen drastisch ingekort (zodat evolutionaire stappen in latere verhalen komen).
- “De Pluizenaars” => De Stenen Dinosaurussen.
- Dino’s zijn bekend, interessant, en belangrijk voor onze geschiedenis én de levenssaga. De goden hebben een handje in hun ondergang.
- “De Uilen van Cora” => De Grote Trap.
- Dit tijdperk gaat over beesten die steeds meer macht grijpen, steeds meer omhoog kijken en de goden proberen te bereiken. Dit verhaal legt één zo’n poging uit en hoe de goden deze neerslaan, met name Cosmo in de gedaante van een Grote Trap.
- Het originele verhaal was prima, dus deze keuze was lastig om te maken. Maar uiteindelijk had ik te veel redenen om tóch te wisselen, waaronder dat ik dus wilde focussen op de goden en dat ik pas later enkele dingen wilde onthullen.
- “De Kanskeerders” => De Beer die Was.
- Over de ontvoering van de godin Bella, in de gedaante van een wasbeer. Begint dit tijdperk, super belangrijke maar onverwachte gebeurtenis.
- “De Schildpadstad” => blijft, want hoewel ik dit verhaal niet de beste vind, past het heel goed hier.
- Het onthult langzaam het idee van dit tijdperk — de kompanen, de goden die ineens weg zijn — en is het enige verhaal dat onder zee plaatsvindt.
- “De Parelpiramide” => blijft ook, om dezelfde reden als hierboven.
- Vertelt over Floria dat ineens verscheen en de bijzondere situatie daar, zonder te veel weg te geven.
- “De Slaapzand Zoektocht” (een nieuw verhaal) => blijft, ook al was dit ook een lastig keuze.
- Het belangrijkste deel van dit tijdperk wordt in dit verhaal duidelijk: zeevaarders komen en proberen alle verre eilanden nu in te nemen.
- Daarnaast refereert het opnieuw naar dinosaurussen, naar vogels, naar dingen die de goden hebben geregeld. En het legt een belangrijk onderdeel uit: slaap.
- Dat alles zorgde dat ik het verhaal goed genoeg vond passen in de eerste cyclus.
- “De Muzikale Musketiers” => De Zwarte Lucht.
- (Een verhaal over klimaatverandering, maar ook de eerste stap van mensen naar de ruimte — de lucht ziet zwart van de ruimteschepen.)
- “De Planeters” (een nieuw verhaal) => De Buitenaardse Wezens
- Ook een vrij duidelijke titel: mensen landen voor het eerst op andere planeten en proberen daar te overleven.
- Niks mis met het originele verhaal, maar het paste beter in de cyclus hierna.
Conclusie
Hoewel ik probeer dezelfde “sprookjesstijl” te houden, denk ik dat een oplettende lezer wel ziet welke verhalen de nieuwere zijn.
Dat is oké, je groeit toch als schrijver. (Sterker nog, daar gaat de hele reeks nou juist over: hoe het leven ontwikkelt en steeds verandert, soms ten goede, soms ten kwade.)
Uiteindelijk kostte het véél meer tijd dan gepland om de verhalen af te maken en uit te brengen. Maar ik denk dat al mijn keuzes de juiste waren (opsplitsen, leren om via websites boeken te maken, nog één grote verbeterronde, betaald uitbrengen).
Maar ik heb er véél van geleerd. Grote lessen die ik niet bij eerdere schrijfprojecten zó duidelijk tegenkwam.
- Nóg scherper schrijven. Als je verhaal zo kort moet zijn, moet je écht heel efficiënt zijn. Je zinnen moeten kort en bondig, je kan niet te veel personages hebben, niet te veel locaties opzoeken, zelfs je plot moet efficiënt zijn.
- Grote delen van verhalen wegsnijden of omschrijven. Hiermee heb ik altijd veel moeite gehad. Mijn verhalen werden te lang, ik wilde altijd méér erin stoppen en mijn oude werk nooit weghalen. Maar hier had ik geen keus: ik heb maximaal 15,000 woorden, de verhalen moeten simpel en kindvriendelijk blijven. Ze kunnen niet zomaar iets beweren of toevoegen, het moet kloppen en passen met de rest. Dus ik moest veel snijden en omdenken.
- Marketinggericht schrijven. Elk korte verhaal heeft een interessante openingsparagraaf (die de lezer aantrekt) en een epiloog die nieuwe vragen en mysteries opent. Elk verhaal moet opgedeeld in 10 korte hoofdstukken die altijd eindigen met iets van een cliffhanger. Het leerde mij veel over mijn werk meer toegankelijk en spannend maken.
- (Ook moet ik elk verhaal een marketingtekstje geven van 1-3 zinnen, een logo, en een openingsgedichtje. Allemaal dingen waarmee ik moet oefenen qua marketing.)
- Keuzes maken die interessante verhalen opleveren. Voor dit project moest ik dus véél van tevoren plannen. Daardoor moest ik keuzes maken waarvan ik wist dat ze later in de tijdlijn interessante gevolgen zouden hebben. Dus ik heb het idee dat ik daarvoor nu een beter instinct heb opgebouwd.
- Goed onderzoek doen, notities bijhouden, en vooruit plannen. Dit heb ik denk ik al genoeg uitgelegd.
En mocht ik mis zitten, is dat geen probleem. Als helemaal niemand dit hun geld waard vindt, als het project te weinig oplevert om er veel tijd aan te besteden, is het alsnog niet verloren. Want de verhalen blijven, de website blijft waardevol en goed, en functioneert altijd als een geweldige promotie voor mij en mijn werk.
Het maakte me nu al een betere schrijver en is zodanig opgezet dat er altijd meer verhalen kunnen zijn.
Hopelijk zijn deze eerste vijf boeken ( = tien verhalen) een mooi begin van een wereld waarin ik nog veel ga schrijven.
Er zijn (nog) geen reacties.