Soms kijk ik naar de wereld en zie ik vooruitgang en een mooie toekomst. Maar soms kijk ik naar de wereld en zie ik grote achteruitgang gepaard met grote onverschilligheid, en in dergelijke gevallen kan ik het niet laten om mij erover uit te spreken.
Ik heb het natuurlijk over de opkomst van social media, YouTube, streamers en het algehele idee dat alles een razendsnel filmpje moet zijn.
Waarschijnlijk vind je me nu melodramatisch. Je denkt dat ik een oude opa ben die zeurt over “de jeugd van tegenwoordig” en “vroeger was alles beter”.
Maar geef me even de kans, en ik zal proberen je te overtuigen dat dit geen vooruitgang is. Dat het in dit geval wel degelijk vroeger (iets) beter was. Dat we véél meer moeten lezen en schrijven, en véél minder filmpjes en soundbites moeten hanteren. (Daarnaast ben ik net 23 geworden, dus de jeugd van tegenwoordig ben ik toch echt zelf.)
Wat maakt het uit?
Ik ben een schrijver, altijd geweest. Ik heb van jongs af aan meer boeken gelezen (en geprobeerd te schrijven) dan gezond is, en heb die trend op de middelbare school doorgezet door ook nog eens heel veel interessante blogs en artikelen tot me te nemen.
Enkele jaren geleden ben ik zelfs begonnen met mijn eigen blog (dat je nu leest). Inmiddels kent dit blog meer dan 750,000 woorden, 200 unieke artikelen/pagina’s … en heb ik “slechts” tussen de 20-40 unieke bezoekers per dag.
Ben ik gewoon een slechte schrijver? Zou kunnen, maar het lijkt mij onwaarschijnlijk. Ik heb van vele bronnen gehoord dat ik goed kan schrijven en een leuke schrijfstijl heb.
En nee, die bronnen zijn niet alleen maar “vrienden en familie” :p Ik heb het ook gehoord van vreemden (meestal iemand die mij daarna inhuurt voor een schrijfopdracht) en zelfs literaire agents. Mijn prentenboek (uitgegeven in eigen beheer) is inmiddels ook door tientallen vreemdelingen gekocht, en voor zover ik weet vonden ze het niet verschrikkelijk.
Het complete gebrek aan verkeer op dit blog heeft me jarenlang gefrustreerd. Waarom? Wat is er mis? Waarom hebben andere mensen tienduizenden volgers en comments, en ik niet?
Het antwoord kwam vanuit een onverwachte hoek: computerspellen. Naast schrijven heb ik mijn hele leven computerspellen gemaakt, en nu ik volwassen was (of zou moeten zijn) vond ik het tijd om er serieus werk van te maken. Ik wilde spellen maken en die daadwerkelijk verkopen! Wat blijkt? Dat is niet zo makkelijk. Je moet niet alleen een goed spel maken … je moet het ook marketen. Je moet volgers krijgen, een fanbase opbouwen, mensen alvast dol maken op je toekomstige spel.
Ik heb alle boeken over marketing gelezen die ik kon vinden, alle artikelen uitgeplozen, en zelfs YouTube filmpjes gekeken om te begrijpen hoe dat moest.
De conclusie?
“Niemand leest meer tegenwoordig. Probeer maar niet eens om een blog te beginnen of elke week een devlog te schrijven.”
“Nee nee, je moet filmpjes maken! Je moet de hele tijd plaatjes en GIFjes op Instagram en Twitter zetten!”
“Maar … je moet zeker geen lange en informatieve filmpjes maken. Tien minuten maximaal. Het liefste doe je iets superinteressants in de eerste 5-10 seconden om de aandacht erbij te houden.”
“En als we toch bezig zijn: probeer alle tekst over je spel zo kort mogelijk te maken. Je wil niet compleet zijn, je wil niet spelers informeren wat ze doen, je wil gewoon in 1 à 2 zinnen mensen enthousiast maken om je spel te spelen!”
Het vervelendste is nog dat er niks tegenin te brengen valt. Ik weet dat het waar is. Veel van de trucs en tactieken zijn goed te onderbouwen met theorie uit de marketingwereld.
Als ik even om me heen kijk, zie ik iedereen constant filmpjes kijken, series kijken, plaatjes bekijken, scrollen om nog meer filmpjes van vijf seconden te zien.
Het kan nog erger: sommige mensen doen dit allemaal tegelijkertijd. Die starten een spel op de computer, maar kijken ondertussen een YouTube filmpje, terwijl op een tweede scherm een serie aanstaat. Soms dan kijken die personen iets interessants en wil ik meekijken, maar je raadt het al: ze hebben het geduld niet om het hele filmpje te kijken. Dus om de vijf seconden spoelen ze door of klikken iets anders aan.
Alles is aandacht
Waarom is dit zo? Waarom denkt iedereen nu ineens dat ze kunnen (of moeten) multitasken?
Het is niet alsof mensen vroeger drie boeken tegelijkertijd open hadden liggen of elke vijf seconden wisselden tussen twee kranten. (Hierbij is “vroeger” een vage referentie naar de tijd vóór smartphones.)
Het is ook niet alsof mensen vroeger twee spellen tegelijkertijd speelden: eentje op hun PlayStation en eentje op de computer, bijvoorbeeld.
Dit komt omdat filmpjes kijken en plaatjes bekijken een compleet passieve activiteit is. Je hoeft niks te doen. Je hoeft niet na te denken of je aandacht erbij te houden. Dus je zet een filmpje aan en denkt vervolgens “hm, ik verveel me”, waardoor je een tweede ding opstart, en deze cyclus zich herhaalt totdat je simpelweg niet meer apparaten hebt om te bekijken. (Of je browser begeeft het onder het gewicht van zó veel tabbladen.)
Natuurlijk is deze lijst niet compleet. Zoiets als podcasts luisteren valt ook onder passieve activiteiten, enigszins afhankelijk van hoe je ermee omgaat.
Iets lezen of een spel spelen zijn actieve activiteiten. Je moet aandacht hebben. Je moet nadenken wat je doet, nadenken over de informatie die je binnenkrijgt. Ook kun je moeilijker delen skippen (als je willekeurig een paar regels of paragrafen overslaat ben je de draad kwijt) of overstappen op iets anders.
En dat is het toverwoord: aandacht.
Iemand met aandacht (of focus) kan een taak in een uur volbrengen, terwijl iemand zonder aandacht misschien een hele dag (of langer) over diezelfde taak doet. Iemand met aandacht zal alles beter, creatiever, en foutlozer uitvoeren, terwijl het tegelijkertijd minder moeite kost. Iedereen kent dat soort uitspraken wel:
- “Deze taart is met liefde gebakken”
- “Dit bier is met zorg gebrouwen”
- “De ingrediënten zijn zorgvuldig uitgezocht”
- “Dit menu is met aandacht samengesteld”
Iemand met aandacht zal niet afgeleid worden wanneer deze achter het stuur zit en een verkeersongeluk veroorzaken. Iemand met aandacht zal liever zijn en beter voor anderen kunnen zorgen. Iemand die weet hoe het is om aandacht te hebben, weet ook hoe hij dit moet uitzetten om écht te ontspannen (of, je weet wel, in slaap te vallen en niet de hele nacht te lopen piekeren).
Alles is aandacht.
Een persoonlijk voorbeeld
En als je me niet gelooft, of nog steeds melodramatisch vindt, laat me dan een persoonlijk voorbeeld geven. (Want iedereen weet: anekdotisch bewijs is het sterkste bewijs!)
Ik heb een hekel aan ons onderwijssysteem. Een absolute, onverzettelijke hekel. Al van jongs af aan heb ik gezworen om zo min mogelijk moeite te doen voor school, zodat ik mijn tijd kon steken in nuttige dingen en mezelf ontwikkelen.
Toch heb ik nauwelijks onvoldoendes gehaald, een Gymnasiumdiploma in mijn zak, en binnenkort een diploma Toegepaste Wiskunde bijna cum laude afgerond.
Ben ik zo slim? Nee, ik ben ongelofelijk dom. Geloof me. Zeker als je tussen twintig andere wiskundigen zit die alles wél de eerste keer begrijpen, heb je het idee dat je achterlijk bent.
Mensen om mij heen weten dat. Ze vragen mij: wat is je geheim? En het antwoord is — verrassing, verrassing — aandacht.
Als ik naar college kom, dan ben ik er ook echt. Ik zit niet op mijn mobiel. Ik zit niet achter mijn laptop of met mijn hoofd ergens anders. Ik ben in die collegezaal en ik schrijf mee.
Als ik bezig ben met studeren, dan doe ik dat ook echt. Ik ziet niet op mijn mobiel. Ik check geen social media of YouTube filmpjes. Ik ben gericht bezig met een samenvatting maken van alle punten die ik moet kennen voor de toets. Ik herschrijf alles in eigen bewoordingen, zelfs als de originele tekst al hartstikke duidelijk is.
En als ik merk dat die aandacht er niet is? Tja, dat kan, we zijn menselijk. Dan ga ik sporten. Of slapen. Of iets anders doen, zoals een spelletje spelen of gewoon een rondje door het huis lopen. Een paar uur later kom ik ontspannen terug bij mijn tafel en kan ik weer met aandacht urenlang productief zijn.
(Als het héél erg is kan het een halve of hele dag duren voordat ik weer focus krijg. Maar ik blijf wachten tot het komt, want forceren heeft geen zin.)
Dit is alles. Ik heb geen geheim, ik ben niet slim, ik studeer nooit lang of hard, ik begrijp nauwelijks wat van die hele wiskunde. Maar met een beetje aandacht wordt alles veel makkelijker.
De voordelen van filmpjes
Het stuk hierboven was een vage indicatie van het probleem en waarom ik verandering zou willen. Een uitspraak zoals “aandacht is alles” is behoorlijk abstract en ongenuanceerd, dus het leek me een goed idee om eens de voordelen en nadelen van de huidige situatie te bekijken.
Wat zijn de voordelen van filmpjes, plaatjes, steeds kortere teksten, soundbites?
- Alles kan korter: natuurlijk, als iets korter en simpeler kan, moet je dat altijd doen. Ik leer deze regel al tien jaar lang keer op keer, en het is misschien wel de belangrijkste invloed geweest op mijn werk. Heb je iets geschreven? Kijk of het korter kan. Heb je een spel bedacht? Kijk of het simpeler kan. Zeker vanuit marketingperspectief is korter en simpeler altijd beter.
- Mensen zijn visuele wezens. Wij worden altijd meer aangetrokken door een plaatje dan door een stuk tekst. Sterker nog, als we een verhaal lezen of een vriend horen vertellen wat hij gisteravond heeft gedaan, dan maken we in ons hoofd automatisch een mentaal plaatje.
- Sommige onderwerpen vragen om andere media (dan tekst). Sommige dingen zijn gewoon véél beter over te brengen in een plaatje of filmpje. (Computerspellen is er daar eentje van: spelers willen weten hoe het spel eruitziet en wat je precies doet, en een kort filmpje is véél beter daarvoor dan een stuk tekst.) Een gepassioneerde toespraak werkt beter als je iemands stem hoort, dan als je de toespraak in geschreven vorm leest.
- Hoe meer zintuigen, hoe beter. Ik had ooit een professor die meermaals beweerde: als je iets wilt leren, moet je het via alle zintuigen in je opnemen. (Hierbij moet je iets verder denken dan de vijf hoofdzintuigen. Studiemateriaal leren door het te ruiken of te proeven is natuurlijk wat lastig.) Kom naar de colleges, zodat je het hoort. Lees het boek, zodat je het ziet. Discussieer met je klasgenoten, zodat je erover praat. Maar niet allemaal tegelijkertijd, natuurlijk.
Ik begrijp best waarom de wereld hiernaartoe is gegaan. Soms lees ik dezelfde pagina (van mijn studieboek) twintig keer opnieuw, totdat ik denk “er is vast en filmpje dat het beter uitlegt”, en meestal is dat waar. (Het merendeel van mijn vakken heb ik gehaald op basis van aardige mensen die goede filmpjes plaatsen over wiskunde. Zoals ik zei: mensen zijn visuele wezens die iets willen kunnen inbeelden, en sommige onderwerpen zijn daar extra goed voor geschikt.)
Soms lees ik een hele recensie van een computerspel en denk ik: “huh, maar wat doe je eigenlijk?” Na het zien van de eerste 20 seconden van de trailer, echter, weet ik het meteen.
En als ik ’s avonds laat achter mijn computer zit, moe van al het (school)werk, wat denk je dat ik dan doe? Dat ene interessante artikel lezen of het filmpje aanzetten?
Natuurlijk is het verleidelijk om het filmpje te doen. Maar je houdt jezelf voor de gek. Ik kan wel een filmpje aanzetten en vervolgens twintig minuten lang afwezig luisteren … maar uiteindelijk heb ik dan niks onthouden van dat hele filmpje. In die twintig minuten kon ik een beetje ontspannen en multitasken, maar effectief is het twintig minuten verspilde tijd.
Zoals je ziet begrijp ik deze ontwikkeling echt wel, en ga er zelfs regelmatig in mee omdat ik zie dat een ander format (dan geschreven artikelen) véél beter zal werken. Maar ik weiger helemaal mee te gaan, en ik word zelfs bang en verdrietig als ik zie hoe makkelijk iedereen zich laat meesleuren. Dus laten we het hebben over de andere kant van het verhaal.
De voordelen van lezen en schrijven
Communicatie
Naarmate ik ouder word, leer ik steeds meer dat communicatie een van de belangrijkste onderdelen van onze maatschappij is. (Vroeger maakte iedereen denigrerende grapjes over mensen die “iets met communicatie” gingen studeren. Ik begrijp nu niet meer waarom.)
Veel problemen komen voort uit miscommunicatie of simpelweg een gebrek aan communicatie. Ik heb ontelbare keren gedoe gehad omdat iemand het ene zei terwijl diegene het andere bedoelde, omdat iemand iets opschreef wat totaal niet overeenkwam met wat diegene daadwerkelijk vond.
Was dit expres? Natuurlijk niet. Ze konden zich simpelweg niet adequaat uitdrukken. Weet je hoe je dat oplost? Door veel te lezen en schrijven!
Je vergroot je woordenschat, je wordt beter in het structureren van duidelijke zinnen en boodschappen, je herkent fouten sneller (en voordat ze definitief worden). Je kunt je in het algemeen véél beter uitdrukken. En, als een extra bonus (wat dubbelzinnig is), kun je andere mensen ook beter begrijpen.
Door stukken te lezen van veel verschillende schrijvers, kom je in aanraking met veel verschillende schrijfstijlen (of “manieren van communiceren”). Daardoor ben je voorbereid wanneer je iemand tegenkomt die wat anders communiceert dan jij gewend bent.
Het overkomt mij zelden dat ik niet weet welk woord ik moet gebruiken of hoe ik een gedachte moet formuleren. Natuurlijk, soms communiceer ik nog steeds als een holbewoner (want we zijn menselijk, weet je nog?), maar meestal gaat communiceren behoorlijk vlekkeloos. Ik ken daarentegen mensen waarbij miscommunicatie zo’n beetje de leidende factor is in hun leven, en drie maal raden hoeveel die mensen lezen en schrijven.
In mijn ervaring groeien deze voordelen exponentieel. Je moet een behoorlijke kwantiteit lezen en schrijven, maar de kwaliteit van wat je leest en schrijft doet er eigenlijk weinig toe.
Oftewel, voordeel #1: hoe meer je leest en schrijft, hoe beter en efficienter je communiceert.
Gedachten & Geheugen
Dingen opschrijven is makkelijk en snel. Mijn persoonlijke voorkeur ligt bij het traditionele pen-en-papier, maar typen heeft natuurlijk ook zijn voordelen.
- Als je puur een tekst moet typen, is de computer veruit het snelst. (Mits je een typecursus hebt gevolgd.)
- Maar in alle andere gevallen winnen handgeschreven notities. Je kunt pijlen trekken, schetsen, dingen doorstrepen (wat een bijzonder voldaan gevoel geeft), heel snel iets neerkladden.
(Ik ben een programmeur, ik moet al meer dan genoeg typen. Daarom heb ik altijd een collegeblok of twee naast mijn laptop liggen, waarop ik al mijn andere gedachten, taken en ideeën heel snel neerschrijf. Hierdoor ligt mijn to-do lijst altijd in het zicht en ben ik heel flexibel in het toevoegen/uitbreiden/weghalen van onderdelen.)
Waarom is dit belangrijk? Omdat onze hersenen één grote chaos zijn.
We denken dat we een goed geheugen hebben, maar dat valt vies tegen. We vergeten meer dan we onthouden. We verdraaien of fabriceren herinneringen zonder dat we het door hebben.
Mijn levenstip is dan ook: schrijf alles op. Niet denken dat je het wel gaat onthouden. En zelfs als je het onthoudt is het niet genoeg om alleen de gedachte te hebben: als je hem ook opschrijft, dwing je jezelf er iets langer over na te denken en de gedachte al meer vorm te geven.
Soms pak ik mijn pen in de hand om een geweldig idee op te schrijven, maar besef ik tijdens het schrijven al dat het eigenlijk niet gaat werken. Dat is mooi: dan kan ik dit idee afstrepen en mijn energie focussen op iets beters.
Op andere momenten wil ik gewoon even snel een ideetje neerkladden, maar tijdens het schrijven krijg ik vijf gerelateerde ideeën, en tien minuten later heb ik ineens een heel sterk concept op papier staan.
Voordeel #2: Door te schrijven leren we om onze gedachten te structureren en definitief (onaangetast) vast te leggen.
En het liefste doe je dit met pen en papier, juist omdat het langzamer is dan typen.
Iedereen zijn eigen boek
Ik heb in mijn hele studentenleven nauwelijks een studieboek opengeslagen. (Ik heb ze ook nauwelijks gekocht, maar dat kwam vooral omdat ze zo afzichtelijk duur zijn.)
In plaats daarvan heb ik altijd mijn eigen samenvattingen geschreven. Mijn eigen “studieboekje” voor dit ene vak.
Toen ik daarmee begon, voelde het als een verspilling van energie (en materiaal). Iemand anders, die slimmer was dan ik, had al een goed boek geschreven! Waarom zou ik hetzelfde doen? Waarom zou ik niet gewoon het boek van die ander lezen en daar stoppen?
Inmiddels weet ik beter. Dit zou mijn ideale wereld zijn:
Iedereen die iets probeert te leren schrijft zijn eigen boek hierover. Vervolgens wisselen we deze boekjes/samenvattingen met elkaar uit. (En misschien, weet ik veel, maken we een “best of” en dat is dan het officiële studieboek.)
Door zelf te schrijven moet je de stof in je eigen woorden uitdrukken. Je kunt iets niet woord-voor-woord overnemen of leren, maar moet zelf de informatie en de theorieën structureren en uitleggen. Het is nog beter als je doet alsof jouw boekje voor toekomstige studenten is bedoeld: als je iemand anders iets kan onderwijzen of uitleggen, dán heb je het echt begrepen.
Ik geef nu het voorbeeld van studieboeken, maar dit is natuurlijk overal toepasbaar. Je wilt beter worden in verhalen schrijven? Begin je eigen blog waarin je tips geeft en opschrijft wat je leert! Voor mijn part maak je het privé of onvindbaar, niemand hoeft te zien wat je produceert, alleen al het schrijven van je eigen boekje zal gigantisch helpen.
Ontelbare keren heb ik een probleem gehad, een project waarin ik hélemaal vast zat, waar ik uit ben gekomen door erover te schrijven. Dan schreef ik bijvoorbeeld een Word document over het huidige onderwerp, alsof ik het aan iemand anders moest uitleggen, en halverwege besefte ik waar mijn grote fout zat.
Voordeel #3: De beste manier om iets te leren, onthouden en écht begrijpen … is door je eigen boek erover te schrijven.
Praktische inzichten
Deze laatste categorie is een stuk korter (en gevarieerder) dan de vorige. Het komt erop neer dat filmpjes/plaatjes/geluid niet searchable en niet editable zijn.
Als ik dit artikel (dat je nu leest) publiceer, zal Google dit kunnen lezen. Het kan precies de tekst zien, het kan de pagina aanbieden als iemand op passende zoekwoorden zoekt. Het is searchable: de gehele inhoud valt te doorzoeken. Een lezer kan elk stukje uit de tekst skippen, of highlighten, of kopiëren.
Het is ook makkelijk editable. Stel ik wil nog meer interessante dingen toevoegen, of ik heb een cruciale fout gemaakt, dan kan ik dit artikel met minimale moeite updaten.
Vergelijk dit met een filmpje. Een filmpje kun je niet doorzoeken. Er is geen CTRL+F om precies te vinden wat je zoekt. Er is geen inhoudsopgave (hoewel je dat nog wel makkelijk kunt compenseren). Ook is een filmpje niet editable: op de meeste platforms (zoals YouTube) mag je filmpjes niet vervangen, en zelfs het simpelste filmpje editen vraagt redelijk veel tijd, software en rekenkracht van je computer.
Het is waarschijnlijk dat deze problemen in de toekomst worden opgelost. Die machine learning technieken waar ik eerder over sprak worden al steeds beter in het omzetten van geluid/spraak naar tekst (en vice versa), en computers worden natuurlijk steeds beter en sneller.
Toch, in het huidige tijdperk, zijn dit grote obstakels. Als ik op zoek ben naar een uitleg van algoritme X, dan wil ik niet eerst twintig minuten een filmpje kijken en wachten tot het moment suprème. Dan heb ik liever een artikel waarbij ik precies kan zoeken op het stuk dat mij interesseert. En het wordt nog erger als je dus filmpjes krijgt met foute of gedateerde informatie.
Voordeel #4: Geschreven media is vele malen praktischer, nu en in de (nabije) toekomst.
Persoonlijk voorbeeld II
Ik schrijf graag over de technische dingen die ik doe, zoals computerspellen maken, programmeren, (visueel) ontwerpen, en eigenlijk alles waarmee ik me bemoei. (Ik heb zelfs een hele website vol met “tutorials” in het Engels: Pandaqi Tutorials)
Ook hiervan weet ik dat ik kwaliteit lever. Als iemand eens op mijn werk stuit, volgt vaak een donatie, bedankje of “like”. Maar het probleem, zoals je al verwacht, is dat vrijwel niemand op mijn werk stuit.
Toen ik verder onderzoek deed, merkte ik dat bijna iedereen hier last van had. Heel veel kunstenaars of game developers hielden een blog bij, schreven regelmatig hele interessante en goede artikelen, maar kregen bijna geen views en al helemaal geen comments. Allemaal zaten ze met de handen in het haar.
Ik ben op dit moment bezig met mijn zoveelste artikel: een stuk over hoe je een computer zichzelf kan laten trainen om heel goed te worden in computerspelletjes. Een stuk dat leesbaar is voor iedereen (zelfs als je niks weet van programmeren), met plaatjes, filmpjes, voorbeelden, grapjes. En natuurlijk kun je het spel direct downloaden en uittesten. Het is zelfs een stuk dat heel actueel is: machine learning is hét grote vakgebied van de toekomst.
En ik weet dat niemand het zal lezen.
Ik kan zelfs mijn eigen familie en vrienden niet zo ver krijgen ernaar te kijken. Ze verspillen met gemak elke dag uren aan YouTube filmpjes en zinloos door eindeloze rijen plaatjes scrollen, maar even tien minuten een degelijk artikel lezen ho maar. Ik schrijf het artikel omdat ik het interessant vind én omdat ik zo’n artikel had willen lezen toen ik nog jong was. Nu heb ik bijna alles helemaal zelf moeten uitvogelen, met de nodige frustratie van dien.
Beetje bij beetje verdwijnen al deze blogs. Als ik een programmeerprobleem heb, vind ik de afgelopen jaren vaker een blog dat niet meer bestaat, dan eentje die wél bestaat (en nog steeds wordt geüpdatet). De beste bronnen zijn van 2008, de laatste keer dat iemand goede documentatie schreef voor iets was in 2012, en online communicatie schijnt gebroken Engels te hebben omarmd.
(Ik ben redelijk actief op enkele fora en vraag-antwoord sites. Vroeger kreeg je goedgeschreven en goed onderzochte vragen. Inmiddels typen mensen iets als “how ;do X in Y???”, alsof ze binnen drie seconden een SMSje naar een vriend moesten sturen, en daar moet iedereen het maar mee doen. Hoewel ik moet toegeven dat ik wat persoonlijke wrok koester: ik heb meerdere keren zo’n goede vraag gesteld op die websites en alleen maar negativiteit en downvotes over me heen gekregen. Sindsdien ben ik minder actief op die sites :p)
Dit stopt ergens. Ergens geeft iedereen het op om nog iets goeds te schrijven, ongeveer rond hetzelfde moment dat iedereen het opgeeft om nog met aandacht iets te lezen. Ergens stopt iedereen met nadenken, met actief zijn, met moeite doen en iets met aandacht doen.
En zoals de caberatier Lebbis ooit zei: “Als mensen stoppen met nadenken volgt hun lichaam meteen”
(Dit ging vooral over bejaarden die qua gezondheid vaak héél snel achteruitgang wanneer ze stoppen met werken of sociaal actief zijn, maar hè, het is een goede quote voor dit artikel.)
Conclusie
De conclusie van het artikel was natuurlijk al op voorhand duidelijk: de pen is machtiger dan het filmpje.
Er is zeker plek voor filmpjes, podcasts en multitasking. Die plek is alleen veel kleiner dan de ruimte die deze media nu inneemt, en al mijn kennis en ervaring vertelt mij dat dit een achteruitgang is. Dat we méér moeten lezen en schrijven, niet alleen voor jezelf, maar ook om communicatie met anderen te verbeteren.
Het is inmiddels zo ver dat ik een licht wantrouwen koester jegens iedereen die niet leest of schrijft. Ik kan het niet helpen dat ik een oprechte hekel heb aan mensen als ze zeggen “nee ik kan gewoon heel goed multitasken!”, of tijdens een gesprek hun mobiel steeds erbij halen, of stomweg weigeren om iets te lezen of zelf een stukje te schrijven.
Ik kan aan komen zetten met een geweldig leuk (bord)spel, of een boek dat zó goed is dat het hun leven gaat veranderen, en zij geven het geen kans (en durven zelfs neerbuigend te zijn tegenover mij).
Dat wil ik niet — en die andere mensen waarschijnlijk ook niet.
De voordelen van lezen en schrijven zijn te groot om te laten liggen. De nadelen van de huidige cultuur — alles moet sneller en tegelijkertijd, alles moet in een (superkort) filmpje, “aandacht” zit niet in mijn woordenboek en actief nadenken is een relikwie uit vervolgen tijden — zijn te groot om te negeren.
Ik wilde in eerste instantie allerlei bronnen aanhalen in dit artikel, maar besefte al snel dat het zinloos was. Iedereen weet het wel: social media is slecht voor je, iedereen is verslaafd aan hun smartphone, handgeschreven is altijd beter dan getypt, mensen kunnen helemaal niet multitasken. Maar ja, niemand leest meer, dus 0% kans dat ze zo’n wetenschappelijk paper überhaupt gaan openen :p
Hopelijk, als genoeg mensen hierover praten, komt het een keertje binnen. Dat je jezelf alleen maar een plezier doet door meer te lezen en schrijven. Dat je daarmee dat stressniveau verlaagt, productiever bent, en een gezonder lichaam en gezondere geest overhoudt. En nooit meer goede ideeën vergeet of een filmpje kijkt zonder het écht te kijken.
En ook wat meer aandacht overhoudt voor andere mensen, in de echte wereld, met echte communicatie.
Persoonlijk voorbeeld III
Om het af te sluiten nog een schokkend voorbeeld vanuit mijn eigen game studio. (Dit is de link naar de hoofdwebsite, als je een indruk wilt krijgen van waarover ik praat: Pandaqi – Local Multiplayer Games)
Ik maak ook mobiele spelletjes (sinds kort). Waarom? Omdat je die veel sneller kunt maken en veel makkelijker kunt uittesten.
(Als je tegen iemand zegt “hé ik heb een spelletje gemaakt, wil je spelen?”, hoef je alleen je telefoon op tafel te leggen en je bent al begonnen. Als je eerst een computer moet aanzetten, vier controllers moet meesleuren, en enkele minuten moet wachten tot hij is geladen … is de positieve energie inmiddels wel weer gedaald.)
Ik weet dat de concentratieboog van mensen inmiddels haast negatief is, dus ik doe extreem veel moeite om mijn spellen simpel te houden en minimale uitleg te geven. Zo had ik een spel gemaakt waarbij de hele “tutorial” bestond uit vier plaatjes (na elkaar, niet tegelijkertijd natuurlijk) waarop één korte zin stond en een kleine afbeelding.
Weet je wat iedereen zegt? “Ja nee is echt veel te veel tekst, Tiamo, da gaat toch niemand lezen?!”
VIER KORTE ZINNETJES. MET PLAATJES. HELE SPEL UITGELEGD. KUNT METEEN BEGINNEN.
Keer op keer blijft dit gebeuren. Een filmpje van dertig seconden? Nah, veel te veel werk. Spelregels van één A4tje? Nah, doe maar een ander bordspel. Zelf eventjes opzoeken wat er mis is met mijn computer? Nah, we vragen Tiamo wel. (Hint: ik weet niks van computers, maar ik ben niet te lui om te Googlen en hier en daar een knopje in te drukken.)
Met regelmaat hoor ik mensen klagen over een opdracht waarvoor ze “wel vijfduizend woorden moeten schrijven! Dat is echt veel te veel! Belachelijk!” Vijfduizend? Man, dat is een telegram. Iedereen die een beetje leest en een beetje schrijft, kan binnen 1 à 2 uur vijfduizend interessante woorden op papier krijgen. (Dit artikel kent bijna vijfduizend woorden, bijvoorbeeld, en heeft mij inderdaad twee uur gekost.) Maar ja, als je niks anders gewend bent dan filmpjes kijken en tegelijkertijd naar een serie luisteren … dan is dat inderdaad een woordenberg die je niet eens durft te beklimmen.
Aandacht. Alles begint met aandacht. En dat begint met lezen en schrijven.
Er zijn (nog) geen reacties.