Geschiedenis – het vak dat sommige mensen helemaal geweldig vinden, maar het overgrote deel van de scholieren wel uit kan kotsen. “Oh echt? Willem van Oranje is in 1533 geboren? Nouja zeg, deze informatie kan ik zó goed gebruiken in mijn dagelijks leven! Nu komt ALLES goed!” Het enige leuke aan geschiedenis was als je een fatsoenlijke docent had die er een mooi verhaal van maakte. Een docent waarvoor leerlingen tien minuten na de bel nog bleven zitten om het einde van het verhaal te horen. Maar als je niet zo’n docent had, leek geschiedenis toch vooral feitjes stampen die vroeger misschien een beetje relevant waren, maar nu niet meer.
Desalniettemin – en daarom schrijf ik deze post ook – is mijn mening hierover met de tijd veranderd. Ik was vroeger een fervent geschiedenis-tegenstander, en was alleen geïnteresseerd hoe ik die verhaaltjes over oude koningen en oorlogen kon gebruiken in mijn eigen verhaaltjes. Ik schreef veel eigen “boeken” als kind, en gebruikte dan altijd zo’n verhaal van geschiedenis als uitgangspunt (maar dan wel zodanig verdraaid dat het leek alsof ik origineel was). (In zekere zin heb ik die trend voorgezet op de middelbare en universiteit: ik pak een leuk verhaal, verander wat plot-dingetjes hier en daar, voeg een paar belachelijke namen toe, en ik heb een leuke inleiding of rode draad voor een verslag.)
De laatste paar jaren, echter, kom ik (op toevallige wijze) steeds vaker artikelen tegen die met geschiedenis iets heel nuttigs bereiken. Sommige dingen die ik tegenkom zijn alleen een beetje interessant. Bijvoorbeeld, verhalen van hoe het verzet opereerde in de Tweede Wereldoorlog zijn altijd intrigerend. Sommige dingen kan ik ook op dat moment gebruiken. Bijvoorbeeld, als ik een essay schrijf over de wetenschap is het altijd een succes om te beginnen met een geschiedkundig verhaaltje hoe een bepaalde wetenschapper tot een stelling kwam. (Mocht je een introductie nodig hebben tot een verslag, gebruik deze tip. Werkt altijd.)
Verreweg het belangrijkste voordeel is, echter, het voorspellen van de toekomst. Jaja, dat lees je goed. Door te kijken naar het verleden, kijken we in de toekomst. In de natuur gaat alles in cycli, en hoezeer wij ook denken dat alle mensen speciale sneeuwvlokjes zijn, mensen gaan daar grotendeels in mee.
Neem klimaatverandering. Het ligt in de toekomst, en aangezien we geen tijdmachine hebben is nooit 100% zeker of dit precies gaat gebeuren zoals we denken dat het gaat gebeuren. (Voor zover wij weten dan. Voor hetzelfde geldt leven er tijdreizigers tussen ons, maar die weten dondersgoed dat ze zichzelf niet mogen verraden, want dan ontdekken de mensen tijdreizen te vroeg, en krijg je een onoplosbare tijdparadox. En dat willen we natuurlijk niet.)
De mensen die klimaatverandering ontkennen, die kijken naar het verleden, en zeggen: “de aarde heeft altijd geschommeld in temperatuur en klimaat, dit is niet onze schuld, en dit overleven we wel, zoals altijd”. De wetenschappers kunnen naar hun beste weten uitrekenen wat er de komende tijd gaat gebeuren, en zeggen het tegenovergestelde: “de aarde is aan het opwarmen, de grootste oorzaken zijn dingen die mensen doen, en als de temperatuur te hoog wordt gaan we allemaal dood.” (Of iets genuanceerder.)
Wie heeft er gelijk? Allebei. Laten we een stapje verder gaan. De wetenschapper reageert op de ontkenner: “de aarde warmt de afgelopen jaren vele malen sneller op dan in het verleden ooit gebeurd is, en in de vorige ijstijden leefden mensen niet of heel anders dan nu”. Wederom wordt de geschiedenis gebruikt als argument, en dat zijn feiten (voor zover we weten kan geschiedenis niet herschreven worden, tenzij die verdomde tijdreizigers zich er weer mee gaan bemoeien), dus wat kan er mis zijn?
De ontkenner reageert: “vroeger waren de schommelingen ook zo groot, we kunnen nu gewoon niet precies genoeg meten, en wetenschappers knoeien expres met de data om ons te laten schrikken”. Ho, hier gaat het mis. Op het moment dat de geschiedenis wordt genegeerd, of zelfs ontkend, betekent het dat de aanval op mensen wordt gericht en niet meer objectief is, en dan kan er een hoop mis zijn.
Geschiedenis geeft ons een houvast, een gedocumenteerde, feitelijke basis voor alle redeneringen over de toekomst. We kunnen zien hoe de acties van vele acteurs in een complexe omgeving hebben geleid tot een oorlog, of juist een langdurige vrede. Als je nog niet overtuigt bent, een tweede voorbeeld.
Het is lastig om in de geschiedenis (van de mens) lange periodes te vinden waarin niks catastrofaals gebeurd. Een catastrofe, in dit geval, is een plotselinge plotwending waarin op globale schaal vele levens verloren gingen en/of hele systemen overhoop werden gegooid. Omdat mensen vaak alleen hun eigen geschiedenis, en dat van hun (groot)ouders kennen, kan men zich nauwelijks zo’n moment herinneren. Zoiets subtiels als de plotselinge moord op een belangrijk politiek kopstuk kan meerdere gigantische oorlogen inleiden. Of, omdat in de middeleeuwen langzamerhand medische vooruitgang stagneerde en mensen dichter op elkaar gingen wonen, brak de plaag (de “zwarte dood”) uit, die zich verspreidde en over de hele wereld mensen in bosjes liet neervallen. Deze catastrofes gebeuren met enige regelmaat, en men lijkt er niet aan te kunnen ontkomen.
Wat heeft het dan voor nut om ze te bestuderen? Omdat je dan weet wanneer er eentje komt, en je de effecten kunt verzachten of afwenden. Exact dezelfde signalen zijn te observeren aan de vooravond van zo’n catastrofe. In dit geval, kijk naar de verkiezing van Donald Trump als president van de Verenigde Staten. De helft van het land haat hem, de relaties met de EU verslechteren, Cuba zet meteen hun hele militaire macht op scherp. Misschien lijkt het een jaartje goed te gaan, maar dan ineens wordt Trump neergeschoten. Een daad van een zonderling, gepleegd in een opvlieging. De VS geeft Rusland de schuld, en ineens breekt een nucleaire oorlog uit. Het kan iets kleins zijn, maar als je kijkt naar wat er voor rampen alleen al in 2016 zijn gebeurd, kun je niet anders dan vrezen voor wat komen gaat.
En misschien gebeurt er niets, en speelt de geschiedenis spelletjes met ons. Maar, diezelfde geschiedenis heeft keer op keer bewezen een betrouwbare bondgenoot te zijn in het tegemoet strijden van de toekomst. Dus, laten we alsjeblieft op middelbare scholen geschiedenis verplicht houden, maar dan wel de manier van lesgeven op de schop gooien. Leerlingen hebben niks aan het uit het hoofd leren van geboorte- en sterfte jaartallen. (Hiervoor is Google uitgevonden, en Wikipedia.) Ze hebben wel iets aan het begrijpen van hoe in het verleden situaties tot stand kwamen, zodat ze foutieve redenaties kunnen herkennen, en problematische situaties kunnen voorspellen. Maak er een mooi verhaal van, laat ze zelf toneelstukjes spelen waarin ze aan alternatieve geschiedenis acteren, laat ze van mijn part een hele musical schrijven over een geschiedkundig persoon (looking at you, Hamilton).
Geschiedenis kan zo waardevol zijn, maar nu wordt het tot mijn spijt afgeschreven als stoffige geheugenpuzzeltjes.
Er zijn (nog) geen reacties.