Een hele tijd geleden schreef ik een artikel over mijn grappige “oplossing” voor groepsprojecten op school: Groepsprojecten (en de oplossing daarvoor)
Inmiddels heb ik weer een paar jaar onzin aangehoord over groepsprojecten, en nagedacht over school, en wil ik een soort geüpdatet artikel geven.
Het probleem
Groepsprojecten … kloppen van geen kant.
- Jouw punt — misschien zelfs of jij een vak/jaar haalt — hangt af van hoe slim je groepsgenoten toevallig zijn en hoe goed ze hun best doen.
- Meerdere docenten hebben eerlijk toegegeven dat ze deze projecten alleen maar geven zodat ze minder nakijkwerk hebben of zodat ze grotere opdrachten kunnen rechtvaardigen.
- Er is geen enkele controle op hoeveel elk groepslid daadwerkelijk bijdraagt.
- De projecten worden ook nooit ingericht dat ze samenwerking bevorderen en leren — het enige voordeel dat ik zou kunnen bedenken.
En toch blijven ze bestaan. Zeker in deze Coronatijd moet alles een groepsproject zijn, waarschijnlijk om ervoor te zorgen dat scholieren niet de hele dag in hun eentje achter de laptop werken.
Er zijn twee soorten scholieren
En het allerergste is nog dat alle scholieren op te delen zijn in twee groepen: de overwerkers en de luie zakken.
- De overwerkers doen minstens 90% van het hele project. Zij zijn zó bang voor een minder goed punt, of dat het te laat af komt, dat ze besluiten alles zelf te doen en extra werk op zich te nemen.
- De luie zakken zijn, je raadt het al, die mensen die geen poot uitsteken, hun beloftes niet nakomen, en uiteindelijk op het laatste moment met afgeraffeld werk komen. Zij zijn de reden dat de overwerkers bestaan :p
En hoe veel ik ook op mensen probeer in te praten … deze scheiding blijft in stand.
Als je zegt “dan zeg je toch tegen de docent dat Jantje niks heeft gedaan en dus een 1 verdient”, dan schiet die ander meteen in de verdediging en weigert het te doen. Meestal met smoesjes als “oh hij doet dit weekend vast nog wel iets”, of “zoveel extra werk is het niet”, of “oh maar ik moet mensen wel te vriend houden”.
Nee. Het enige wat je doet is mensen leren dat ze inderdaad lui kunnen zijn, want jij gaat uiteindelijk toch alles doen. De volgende keer dat je een project met Jantje doet, zal die helemáál niks uitvreten, want hij weet dat jij het toch wel oplost en voor hem een goed punt regelt.
Bovendien is het een belachelijke hoeveelheid extra tijd en energie die je kwijt bent, wat allemaal stress oplevert en sowieso ten koste gaat van andere dingen.
En dan is het ook niet moeilijk in te zien waarom die luie zakken nooit iets gaan doen: de overwerkers lossen het wel op en zijn dermate geïndoctrineerd dat een goed cijfer halen belangrijker is dan wat dan ook in hun leven.
De kern van het probleem
Dit is een terugkerend fenomeen dat ik al jaren opmerk: de meeste (jonge) mensen zien tijd niet als een eindige bron.
Het feit dat iets hen extra tijd kost, wordt nooit meegenomen. Uren extra schoolwerk? Prima, doe ik wel! Tot laat in de avond doorwerken, waardoor ik de dagen daarna te moe ben om iets te presteren? Geen probleem!
En de ergste van allemaal … de favoriete onzinuitspraak van volwassenen …
“Eva, je moet gewoon al die extra vakken oppakken! Als de rest niet werkt moet jij gewoon harder gaan werken! Het kan nooit kwaad.”
Jawel! Het kost tijd. En je hebt niet oneindig veel tijd. En je moet ook tijd overhouden om uit te rusten, om iets anders te doen, om jezelf op te laden, om inspiratie op te doen. De tijd die je besteedt aan zoiets als een extra vak (die je niet nodig hebt of leuk vindt), kan je niet besteden aan iets dat waarschijnlijk véél zinvoller en leuker was!
Oftewel, conclusie: als je een groepsopdracht hebt, en andere mensen doen niet wat ze moeten doen, ga dan niet zelf harder werken en al het werk op je nemen. Het kost je namelijk zeer kostbare tijd, en ja, dat gaat kwaad aanrichten.
Maarja … wat dan wel?
Hoe los je dit op?
Tja, dan komen we weer terug bij mijn aanbeveling uit het vorige artikel: als iemand z’n werk niet doet, dan zet je diegene voor schut op de meest expliciete manier mogelijk.
Bijvoorbeeld, mijn broertje moest laatst als groepsopdracht een “vlog” maken.
De hele dag lang heb ik moeten aanhoren hoe al zijn groepsleden gewoon niet waren komen opdagen toen ze hadden afgesproken eraan te werken.
Dus wat deed hij? Alles helemaal zelf doen! De hele opdracht in z’n eentje doen. Oftewel, categorie overwerker, en categorie domste beslissing die je kan maken.
(De volgende keer gaan deze mensen weer dolgraag bij hem in het groepje, want dan kunnen ze uit hun neus vreten en hem al het werk laten doen! Ik hoop tevens dat ouders die dit lezen de vergelijking met opvoeden zien.)
Maar toen ging het zeuren door, want iemand moest een kort filmpje (<5 seconden) doorsturen … maar hij deed het maar niet. Wat deed mijn broertje? Blijven vragen, blijven vragen, en al het andere werk op zich nemen.
Nee! FOUT! ERROR! Dit is wat je doet …
Op de plek waar dat filmpje moest komen, stop je een zwart beeld van 5 seconden, met daaroverheen de tekst: “Jantje moest hier een filmpje maken, maar dat heeft hij niet gedaan, want hij heeft helemaal niks gedaan – vandaar dit zwarte scherm”
Duidelijker kan het niet. De leraar ziet dit ook en weet meteen wie er precies niks heeft gedaan.
Maar jij hebt niks verkeerd gedaan. Jij hebt eigenhandig het hele project afgemaakt, en als die ander simpelweg z’n werk had gedaan, had dat er gestaan in plaats van deze “placeholder”.
Sterker nog, je kan dit al vanaf het begin doen! Je maakt — op de eerste dag van het project — een filmpje met alleen maar placeholders die de algemene structuur aangeven:
- “Hier komt Sanne’s stukje.”
- “Hier komt Peter’s sketch.”
- “Hier komt het nieuws van Jantje.”
- “… enzovoort … “
Als iemand z’n werk niet doet, blijft de placeholder staan, en heb je dus meteen bewijs van wat er is gebeurd!
Tegelijkertijd is dit een hele handige gids of to-do lijst van wat er allemaal nog moet gebeuren.
Dit kan ook toegepast op verslagen, natuurlijk. Maak een template waarbij je elk stukje duidelijk aanmerkt als “hier moest Sanne A en B schrijven”, en “Peter zou de plaatjes hier verzorgen”, etcetera. Voor al het werk dat niet wordt aangeleverd, blijft dus de template staan, die meteen aangeeft wie wél en wie níet heeft gewerkt.
Conclusie
Serieus. Doe dit. Het haalt je punt misschien een stukje omlaag (als je vervelende docenten hebt) en je maakt er geen vrienden mee. Maar wie wil nou bevriend zijn met een luie zak?
Als beloning zullen mensen daadwerkelijk iets gaan doen, en de hardste werkers daarvoor beloond worden.
En voor je het weet, zien leraren dat hun groepsprojecten allemaal problemen veroorzaken en totáál niet bereiken wat ze willen, en dan stoppen ze ermee! Hoera! Hang de vlag uit! Vang een kip!
De enige manier waarop groepsprojecten een groot goed zijn (in mijn ogen), is als er geen cijfer aan hangt, als ze zodanig worden opgezet dat samenwerking wordt aangeleerd en bevorderd, en ze een praktische insteek hebben.
Dat is waarom ik zo’n fan ben van coöperatieve spellen. Die weten, door middel van hun regels, thema en wereld, op een leuke manier een groep spelers aan te sporen om heel goed samen te werken. Als je voor jezelf speelt, of niet communiceert, verlies je gegarandeerd het level. Maar je wilt blijven spelen, omdat het echt leuke spellen zijn, en als de samenwerking lukt … dan is het alsof je magie hebt uitgevonden.
Misschien kan school daar een voorbeeld aan nemen.
Er zijn (nog) geen reacties.