Omdat je nooit weet wanneer je het nodig gaat hebben

Iedereen is vergeten wat een boek is

Een tijd geleden werd bekend dat sommige wereldberoemde verhalen van Roald Dahl in nieuwe versies waren aangepast. Zo werd het woord “dik” vervangen door “enorm”, de Oempa Loempa’s moesten genderneutraal, en een personage mocht niet meer “lelijk” worden genoemd.

Rond dezelfde tijd werd bekend dat oude James Bond verhalen werden aangepast om “kwetsende” uitdrukkingen weg te werken. Onlangs werd bekend dat zelfs Agatha Christie’s legendarische verhalen moesten worden aangepast, nadat het was gelezen en beoordeeld door “sensitiviteitslezers”.

Ik denk dat alle drie de auteurs zich omdraaien in hun graf.

Ik snap oprecht niet wat de gedachte hierachter is. Het doel van een boek is niet om alleen maar fijne woordjes te bevatten, of geen uitdrukkingen die sommige groepen liever niet zien. Dus delen aanpassen puur om die reden is per definitie zinloos en toont dat mensen niks begrijpen van de kunstvorm die ze zonder schaamte aanpassen.

Het idee—het hele idee—van fictie is …

  • Dat het fictieve verhalen zijn. Dus de dingen zijn niet echt gebeurd en hebben geen directe relatie met de werkelijkheid. (Dat een schrijver iemand dik noemt in z’n boek, betekent niet dat diegene in het echte leven iedereen om zich heen constant dik noemt, bijvoorbeeld.)
  • Dat je een verzonnen wereld meemaakt, door de ogen van een verzonnen personage, dat geheel is opgezet om een zo goed mogelijk verhaal te vertellen. (Dus de gekozen woorden zijn die zoals het personage praat, denkt of vertelt.)
  • En de schrijver probeert dit, zo goed als ze kunnen, over te brengen in hun woordkeuze en vertelstijl.

Je kan het niet eens zijn met de keuzes van de schrijver of het een slecht boek vinden. Dan lees je een ander boek. Je gaat niet, nadat de auteur dood is, lekker diens werk afbreken en veranderen. Zelfs als ik het positieve veranderingen zou vinden, zou ik fel tegen het aanpassen van het originele werk zijn.

Produceer een nieuw werk, duidelijk afzonderlijk, duidelijk niet meer van de originele auteur, met al die veranderingen die je wilt. (Mits je daarvoor natuurlijk de rechten weet te krijgen, of het is dermate lang geleden dat de rechten zijn verlopen.)

Een “compromis”, als je heel vriendelijk wilt zijn, is dat je waarschuwingen of uitleg plaatst aan het begin van het boek. Zelfs dat vind ik niet geweldig, maar het doet tenminste geen afbreuk aan het originele werk, en meer informatie is in principe altijd beter.

Want wat is nou precies het probleem hier? Er zijn een hoop mensen in de wereld—de grote meerderheid zelfs, in ontwikkelde landen—met zwaar overgewicht. Dat is zichtbaar vanaf de buitenkant en een belangrijke lichaamseigenschap. Daar hebben we een woord voor: dik.

Oh nee, een schrijver heeft precies het woord gebruikt om te communiceren wat hij wilde communiceren. Schande! Dat moet veranderd!

Het nieuwe alternatief—”enorm”—is vaag en kan van alles betekenen. Het is niet een één-op-één vervanging. Er gaat informatie verloren, tot het punt dat je eigenlijk niks meer zegt. “De man was enorm.” Oké. Top. Op welke manier? Iets meer uitleg?

Zelfs als “dik” een compleet inadequaat, incorrect, of schandalig woord zou zijn, betekent het gebruik niks. Het verhaal is verzonnen, het heeft een bepaalde vertelstijl, en de originele schrijver dacht dat dit woord het beste paste.

Bijvoorbeeld, ik lees nu een boek vanuit het perspectief van iemand die van jongs af aan is getraind als chirurg. (Diens vader was chirurg.) Oftewel, alle gebeurtenissen zien we door zijn ogen, wat de woordkeuze kleurt. Dat is goed. Dat is hoe je een pakkend, meeslepend verhaal vertelt, want het is realistisch, geloofwaardig en passend. Het gevolg is dat bloederige scenes in veel detail worden beschreven: voor hem is dat normaal, zelfs interessant. Het gevolg is dat deze persoon lichaamsdelen niet bij een generieke naam noemt, maar bij de specifieke (wetenschappelijke) naam voor dat bot of die spier.

Of neem het feit dat Oempa Loempa’s dus niet meer “piepkleine mannen” zijn, maar “kleine mensen”. Waar denk jij aan bij klein? Een baby, misschien? Een puppy? Een jong kind? Nou, de Oempa Loempa’s zijn nog kleiner dan dat. Ze komen volgens het verhaal niet hoger dan je knie.

Wow, daar hebben we een woord voor. Piepklein.

Tevens moet je als schrijver iets kiezen voor je wereld en je personages. Ze moeten een naam, geslacht, leeftijd, achtergrond, kleur kleding, enzovoort hebben. Wederom doet de schrijver diens best om dingen te kiezen die het verhaal het meeste ondersteunen én alleen te vertellen wat relevant is. Roald Dahl dacht dat piepkleine mannetjes de beste keuze waren voor zijn verhaal. Als we kijken hoe succesvol dat verhaal én die mannetjes zijn geworden, kunnen we stellen dat het een juiste keuze was.

Waarom is dit aangepast? Kent iemand een Oempa Loempa in het echt die heeft lopen klagen? Zijn we bang fictieve, verzonnen figuren te beledigen? Verhalen over gruwelijke moorden en aanranding zijn prima, maar we trekken de lijn bij het juist benoemen van het geslacht en de grootte van een imaginaire dwerg?

(Als je daadwerkelijk kritiek wilt leveren, kan je zeggen dat deze informatie irrelevant is, en dat het dus helemaal weg kan om het verhaal in te korten. Maar zelfs dat is niet echt waar, want simpelweg benoemen dat iemand een man is, zorgt dat de lezer een redelijk beeld kan schetsen. In alle gevallen is het plots genderneutraal maken van deze personages natuurlijk achterlijk.)

Waarom denken mensen het recht te hebben om het aan te passen? Waarom denken ze dat het nodig is?

Zoals ik al zei, ik snap het oprecht niet. Het gaat precies in tegen alles waarvoor fictie staat. Alle regels die je leert om beter te schrijven: kies exact de woorden die je personage, boodschap en emotie zo efficiënt mogelijk overbrengen.

Wat gaan we nog meer doen? Elke keer als een schrijver een boek uitgeeft, mogen alle lezers passages herschrijven zoals zij vinden dat het beter klinkt, en dan wordt het boek definitief aangepast aan hun wensen? Zolang iemand iets kan verzinnen dat ze anders willen zien, zelfs als daar dus geen enkele verhaaltechnische reden voor is, zelfs als zij het verhaal niet hebben geschreven of überhaupt geen verstand hebben van schrijven, moet dat aangepast?

Ik kan niet wachten om in de nabije toekomst alleen nog verhalen te lezen die …

  • Allemaal precies dezelfde vage woorden gebruiken voor alles
  • Nergens over gaan, of juist precies een waargebeurde situatie opnieuw vertellen
  • En zeven paragrafen nodig hebben om twee kilometer om de eigenlijke boodschap heen te lullen.
  • Om vijf jaar later alsnog genadeloos te worden gecanceld omdat de tijdsgeest dan weer een klein beetje is veranderd. Zoals tijd gewoon is te doen.

Ik weet niet of ik ooit een succesvol schrijver ga zijn. Ik weet niet hoeveel boeken ik nog schrijf en of die lang worden herinnerd. Maar ik wil bij deze graag, zwart op wit, mededelen: blijf (na mijn dood) met je poten van mijn werk af.

Anders kom ik weer tot leven als geest en ga die sensitiviteitslezers hun hele leven de stuipen op het lijf jagen. Door ’s nachts onder hun bed te kruipen en angstaanjagende woorden te fluisteren als “dik”, “piepklein” en “man”.

in het geval van Roald Dahl, heeft de uitgever soort-van-toegezegd toch de originele tekst te blijven printen. Maar het is slechts één voorbeeld. Ik licht hier twee veranderingen toe, de lijst heeft iets van honderd veranderingen die grotendeels idioot zijn. Men blijft ditzelfde doen bij andere boeken of auteurs, en het lijkt steeds vaker te gebeuren. Maar ik begrijp zó niet waarom dit gebeurt, dat ik verder niks meer weet toe te voegen over dit onderwerp.

ook interessant, Roald Dahl heeft zelf, na gesprek met anderen of het leren van nieuwe informatie, zijn boeken wel eens aangepast. Om dingen aan te passen waarvan hij toen pas begreep dat ze misschien ongepast waren of een verkeerde indruk gaven.

Er zijn (nog) geen reacties.

Geef een reactie