Omdat je nooit weet wanneer je het nodig gaat hebben

Over Humor III

Het moment is aangebroken! We gaan daadwerkelijk humor schrijven en dingen uitproberen, in plaats van erover praten.

Associëren

Een bekende manier van opwarmen is met associaties. Je pakt twee lijsten met random woorden, en verbindt een woord uit de eerste lijst met eentje uit de tweede.

Vervolgens moet je met deze rare samenstelling iets vinden wat ze verbindt tot één verhaal.

Voorbeeld! Ik bedenk nu ter plekke “tomaat huis”. Wat zou dat kunnen betekenen?

  • Een huis in de vorm van een tomaat?
  • Een huis gevuld met tomaten?
  • De naam voor een café dat alleen voedsel met tomaten verkoopt (“het tomatenhuisje”)?
  • Een sport waarbij je van afstand met tomaten moet gooien, en zo mooie figuren op een muur moet schilderen (en een tomaathuis is honderd punten)?
  • Een sport waarbij je met een knuppel tomaten moet wegslaan, en als je hem uit het stadion slaat heet het een “tomaat home run”?
  • Een huis met een gigantische achtertuin waarin alleen maar tomaten groeien?
  • Iemand die tomaten schildert in allerlei kleuren, en daarmee zijn huis versiert? (Of een raar alternatief biedt voor paaseieren. Zouden kinderen daar intrappen? Maar één manier om dat uit te vinden …)
  • “Tomaat or not tomaat … that is the question!” – Shakespeare. (Dit heeft niks met huis te maken, ik vond hem gewoon grappig.)

You get the idea.

Woordgrappen

Woordgrappen zijn de simpelste en snelste vorm van humor: je kunt met één korte zin een goede grap maken. Daarom is het een goede opwarming. (Niet alleen voor je schrijfdag, maar zelfs voor je hele stuk. Een cabaretier die begint met een goede woordgrap heeft meteen al een toon gezet en mensen geïnteresseerd. Iemand die begint met “Hallo <stad waar hij toevallig speelt>! Hebben jullie er ZIN IN!?” heeft zijn opening verprutst.)

Woordgrappen komen in vele vormen en maten.

  • Malaprop: het verkeerd gebruiken van een woord of zin. Of, het per ongeluk verwisselen van het juiste woord met een onjuiste.
  • Oxymoron: het verbinden van twee ideeën die niet bij elkaar passen, in één zin. (Als je elitair wilt doen: contradictio in terminis.)
  • Woordspeling: het gebruiken van een woord zodat twee (of meer) mogelijke betekenissen tegelijkertijd gelden. Soms vervangt men een woord ook door een ander woord dat ongeveer hetzelfde klinkt.
  • Hervormen: men begint een veelgebruikt woord, zin, of expressie (vaak een cliché). Men eindigt, echter, met een twist of een verrassend einde.
  • Bittere waarheid: je pakt een expressie die figuurlijk bedoeld is, maar interpreteert hem letterlijk.
  • Take-off: je zegt een veelgebruikt woord, zin, of expressie (vaak een cliché). Daarna geef je hierop een realistisch en logisch, maar zeer overdreven, commentaar.
  • Double entendre: je gebruikt een (vage) bewoording of expressie, dat een tweede (vaak seksuele) interpretatie toestaat.

Wat moet je hiermee? Pak er eentje, en probeer een paar goede woordgrappen te bedenken.

Oefening: pak een willekeurig beroep. Bedenk een manier om te beschrijven hoe die persoon thuiskomt na zijn werk, of zijn werk ervaart, door een woord te gebruiken dat tegelijkertijd op het beroep slaat.

Hoe komt de brandweerman thuis na zijn werk? Uitgeblust.

Oefening: pak een bekende expressie, en vind zinnen die erop rijmen of erop lijken omdat woorden hetzelfde klinken. Binnen de kortste keren vind je een tweede zin die slaat op het onderwerp van de eerste, en kan worden gebruikt als woordgrap.

Bekende expressie: “Maar oma, wat heeft u grote oren!” (uit Roodkapje, voor wie onder stenen heeft geleefd)
Iets wat ongeveer hetzelfde klinkt: “Maar oma, wat heeft u hoge scores!”
(Hierbij komt bij mij meteen een scene naar boven waarbij de wolf oma heeft opgegeten, maar verslaafd is aan video games, en daardoor iedereen aan het inmaken is in één of ander schietspel, en Roodkapje is daarvan onder de indruk en komt er nooit achter dat het helemaal haar oma niet is. Ze komt naast de wolf zitten om van hem te leren. En dat kan je dan doorzetten met die andere uitspraken. Bijvoorbeeld: “en oma, wat heeft u grote ogen?” wordt “maar oma, wat heeft u vierkante ogen?!”)

Zoals je ziet, gebruik ik zoiets juist vaak om ideeën te genereren. Pak een zin, en bedenk een willekeurige andere zin die hetzelfde klinkt, en denk daarop verder. Wat je daarna bedenkt is vaak geen woordgrap meer, maar wel leuker.

De beste woordgrappen zijn namelijk moeilijk te bedenken, en vallen eerder zomaar je hoofd in. (Zo had ik een keer een nieuwsartikel over Friesland gelezen, en vlak daarna begon iemand een verhaal over Peter R. de Vries, en wat denk je? In mijn hoofd schoot ineens een plaatje van Peter R. de Fries, die de Elfstedentocht verdedigt in een rechtszaak :p)

In het vierde deel van deze reeks zal ik nog meer (uitgebreidere) oefeningen geven.

Omdraaien

Het tegenovergestelde pakken werkt vaak goed.

Oefening: pak een veelvoorkomend iets, en bedenk wat exact het tegenovergestelde daarvan zou zijn. (Als mogelijk, bedenk wat de gevolgen zouden zijn als het (of onderdelen daarvan) tegenovergesteld was.)

Oefening: bedenk een zin die op zichzelf grappig klinkt. Werk vanuit daar achterstevoren terug naar de daadwerkelijke opzet van de grap.

Oefening: pak een bekende expressie, en ga na wat de verwachting is. Draai vervolgens de verwachting op zijn kop, en probeer dat in de grap te verwerken.

Weest op uw hoede, echter! Eén keer iets omdraaien in een verhaal werkt heel goed. Twee keer gaat eigenlijk al te ver, en drie of meer is te voorspelbaar. De set-up naar het moment van omdraaien moet ten alle tijde geloofwaardig blijven. Je moet hier en daar subtiel hints droppen juist om iedereen de andere kant op te laten denken.

Soms werkt dit ook goed samen met brutale eerlijkheid. Bijvoorbeeld, als mensen een cadeau krijgen zeggen ze uit gewoonte iets van “oh, dat had je écht niet hoeven doen”. Dat kun je omdraaien door aan te geven dat je wel degelijk graag cadeautjes ontvangt, en te zeggen “oh, dat had je écht al veel eerder moeten doen, arrogante lul”.

Visualisaties

Vroeger keek ik wel eens dit was het nieuws. Dan gaven ze aan beide teams een foto uit het nieuws van die week, en aan het einde van de aflevering moesten ze er dan een grappig onderschrift voor hebben. Ik vond dat vaak het leukste element, en het fijne is dat je dat zelf ook kunt doen!

Pak een krant, pak een willekeurige foto (voldoende vaag, geen portretfoto van één persoon o.i.d.), en bedenk een grappig onderschrift.

Andersom, vind een vermelding van een personage of plek, en probeer te visualiseren hoe dat er uit zou zien. Bijvoorbeeld, een emo-jongen van zestien die een gigantische fan is van My Little Pony. Hoe ziet die eruit? Hoe gedraagt hij zich? Kun je nog meer bijzondere eigenschappen bedenken? Probeer zoveel mogelijk grappige details over dit persoon en zijn leven te bedenken.

Doodserieus

Eigenlijk, nu ik erover nadenk, komt de beste humor voort uit het volgende:

Iets compleet absurds compleet serieus nemen.

Een acteur die gaat lachen om zijn eigen grap, werkt juist heel slecht. De acteurs moeten het publiek aan het lachen krijgen, terwijl ze zelf doen alsof ze iets heel serieus en realistisch aan het doen zijn.

Dit helpt ook bij het schrijven van humor. Als jij iets grappigs bedenkt, neem dan een paar extra stappen. Wat zijn de gevolgen hiervan? Hoe reageert de rest/de wereld hierop? Hoe kan ik zorgen dat de grap natuurlijk voortvloeit uit iemands personage? Hoe kan ik een absurde situatie toch soort van realistisch maken?

Bijvoorbeeld, het kan grappig zijn om een personage te hebben dat enorm arrogante uitspraken doet. Hij vindt zichzelf en alles wat hij doet geweldig. Zelfs als iemand duidelijk gelijk heeft in een discussie, lult hij zich er toch onderuit. Zo’n grap kun je verder nemen door na te denken waarom die persoon zo is. Hoe ziet het leven van diegene eruit? Is hij eigenlijk stiekem over enkele dingen heel onzeker? Is hij ergens bang voor? Ergens mee geobsedeerd? Waarom? Hoe kleed zo’n persoon zich? Hoe reageren mensen in zijn omgeving hierop? Wat is zijn beroep?

Dit kan allemaal uiteindelijk totaal niet relevant zijn voor je verhaal. Maar puur door erover na te denken, wordt de grap ineens een stuk beter, en een stuk echter. De grap wordt geïntegreerd in een goed verhaal. Je krijgt een sneeuwbal-effect: één kleine bijzondere aanpassing aan het begin van een verhaal, kan zorgen voor hilarische gebeurtenissen door het hele plot heen.

Nog een voorbeeld: in het vorige deel had ik als personage een heel schattig, klein meisje, dat stiekem een pistool bij zich had en heel gevaarlijk was. Dat is een klein beetje grappig, wanneer mensen daar achter komen. Maar, je kunt er nog veel meer uithalen als je serieus nadenkt waarom dat kleine meisje is zoals ze is, en doorspeelt op dat thema.

Improviseren

Als laatste eigenlijk de meest overduidelijke (maar ook meest lastige) oefening: improviseren.

Je hebt talloze improvisatiespelletjes, en allemaal zijn ze gemaakt om grappige associaties en situaties uit te lokken. Het enige wat die spelletjes doen is beperkingen leggen op de scene die je schrijft, en zoals de meeste mensen weten, zijn beperkingen de hemel voor elke kunstenaar.

Ga maar na bij jezelf. Als jij een opdracht krijgt van school/studie/werk met “maak een poster”, dan heb je geen idee wat je moet doen. Als je wat meer richtlijnen krijgt (grootte, onderwerp, marges, etc.), wordt het al een stuk makkelijker. Als je een aantal specifieke dingen meekrijgt, zoals “het mag maar twee kleuren hebben” of “je mag alleen vierkante en driehoekige vormen gebruiken” of “je moet drie lettertypes fatsoenlijk combineren”, wordt je gedwongen om specifieke creatieve oplossingen te bedenken om de beperkingen tegen te gaan.

Voorbeeld! Je hebt een improvisatiespel genaamd two lines. Je hebt drie spelers. De eerste is de leider, en mag alles zeggen. De andere twee speler krijgen elk twee regels tekst, en dat is het enige dat ze de hele scene mogen zeggen. Bijvoorbeeld:

Speler A: “Dat gaat niet werken.” en “Hoe weet je dat?”
Speler B: “Het is een valstrik!” en “Je ziet er goed uit vandaag.”

Probeer dan maar eens een scene te maken, die logisch genoeg is en ook nog ergens naartoe werkt. Natuurlijk, je kunt de regels aanpassen. Meer spelers, meer regels tekst per speler, meer spelers die alles mogen zeggen, et cetera.

Voorbeeld! De draaideur, het favoriete spel van de Lama’s. Volgens de spelregels moesten ze gewoon vier afzonderlijke scenes improviseren, maar meestal zochten ze een manier om de scenes in elkaar over te laten gaan. Zelfs al liepen de scenes compleet uiteen, vonden ze een manier om bij elkaar naar binnen te lopen en iets grappigs te doen.

Hoe kun je dit toepassen? Nou, bijvoorbeeld, je hebt enkele ideeën voor scenes. Er moeten bepaalde dingen gebeuren en gezegd worden in je verhaal. In plaats van dat je die scenes los van elkaar schrijft (na elkaar), kijk of je ze allemaal kunt combineren in één geweldige scene!

Voorbeeld! De Persconferentie. Iemand houdt een persconferentie om een bepaalde prestatie (of geheim, of wat dan ook) te melden. Hij weet, echter, zelf niet wat het is. Alle andere spelers weten het wel, en moeten door middel van vragen stellen aan die persoon duidelijk maken waar de persconferentie eigenlijk over gaat.

In bredere context: schrijf een scene waarin men elkaar dingen duidelijk probeert te maken, zonder dat ze letterlijk zeggen wat ze bedoelen. Kijk hoe gek je kunt worden met vage bewoordingen en spreekwoordelijke uitdrukkingen, en wat de gevolgen/reacties zijn.

En nu?

Schrijf iets leuks. En nog iets. En herschrijf het dan. Herschrijf het nog een keer. Blijf herschrijven, totdat het niet meer beter kan, totdat het niet meer grappiger kan.

Zoals alle schrijvers weten: schrijven is voor het grootste deel herschrijven.

Zoals niet alle schrijvers beseffen: je verbetert alleen door gericht te werken. (“Perfect practice makes perfect.”)

Je wordt alleen beter in humor schrijven, als je met een kritisch oog kijkt naar wat je hebt geschreven, en probeert te analyseren en verbeteren. In eerste instantie moet je jouw geest de vrije loop laten, maar daarna moet je kritisch kijken hoe je werk nog beter kan. Andersom werkt niet.

Daarnaast heb ik goed nieuws! Ik heb nog veel meer oefeningen en andere kleine tips die niet meer in dit deel pasten (anders werd het veel te lang). Die hebben hun eigen deel gekregen:

Dit is de link naar deel 4!

 

 

Er zijn (nog) geen reacties.

Geef een reactie