Omdat je nooit weet wanneer je het nodig gaat hebben

Schrijftip: gebruik minder personages

Onlangs was ik wekenlang bezig met oude korte verhalen teruglezen en verbeteren. Deze verhalen zijn echt behoorlijk oud, maar ze bevatten een probleem dat ik tot recentelijk nog steeds had, dus ik vond het nuttig om er een kort artikel over te schrijven.

Het probleem? De verhalen bevatten veel meer personages dan ze kunnen onderhouden.

De oorzaak

Waar komt dit vandaan? Ik heb enkele vermoedens:

  • Ik kom uit een groot gezin, dus mijn beeld van het leven is altijd eentje geweest met constant veel mensen om je heen
  • Ik had niet genoeg vertrouwen in mijn personages, vond ze niet interessant genoeg, en voegde dus steeds een nieuwe toe.
  • Het gebeurt automatisch als je een verhaal improviseert terwijl je schrijft en regelmatig denkt: “hmm, het zou cool zijn als er nu een personage was dat dit en dit kon”

Als ik verhalen van andere beginnende schrijvers lees, zie ik vaak ditzelfde probleem. Om de haverklap komt er ineens een nieuw personage bij. Sommige blijven lange tijd, andere zijn er alleen voor dat ene hoofdstuk, maar het resultaat blijft een verhaal met veel te veel personages.

Het probleem

Waarom is dit een probleem?

  • Het is moeilijk voor de lezer om te volgen.
  • De personages krijgen individueel niet de tijd die ze nodig hebben om met diepgang te worden neergezet en/of te groeien.
  • Het blaast het woordenaantal van het boek op, zonder direct iets toe te voegen.

Toen ik die korte verhalen teruglas, merkte ik dat er constant twee of drie personages waren die eigenlijk dezelfde functie hadden.

Eén keer was dat overduidelijk: twee personages waren allebei de “leider van de Uilen”, maar slechts op een nét iets andere manier.

Elk personage moet ergens geïntroduceerd, dus daar ben je minstens wat paragrafen aan kwijt. Vervolgens schrijf je allerlei scenes waarbij je niet één of twee hoofdpersonen hebt, maar misschien wel vier of vijf, die allemaal iets te doen of te zeggen moeten krijgen.

Het verhaal wordt langer dan nodig. Het wordt moeilijk te volgen. En geen enkel personage springt er bovenuit.

Het doel

Wat is dan een “juist aantal” personages? Natuurlijk is er geen vast getal. Het hangt af van je gewenste lengte, complexiteit, genre, schrijfstijl, etcetera.

Maar na het teruglezen en verbeteren van ongelofelijk veel oude verhalen van mijzelf, heb ik deze algemene patronen ontdekt:

  • Je wilt niet meer dan één nieuw personage introduceren per hoofdstuk. Dus een boek met twintig hoofdstukken heeft hoogstens twintig personages.
    • Dit bedoel ik niet letterlijk: je kan best in hoofdstuk één drie personages introduceren, zolang je de twee hoofdstukken daarna maar vrij laat.
    • Dit is een ruwe bovengrens. Het liefst zit je er (ver) onder, maar als het moet, kan het tot hier.
  • Ik zie drie categorieën: hoofdfiguren, secundaire figuren en figuranten. Elke groep groeit met ongeveer orde twee.
    • Dus twee keer zoveel secundaire figuren als hoofdfiguren.
    • En twee keer zoveel figuranten als secundaire figuren.
  • Als je moeite hebt om een korte naam te verzinnen die niet lijkt op een naam van een ander karakter, dan ben je te ver gegaan :p

Die korte verhalen bevatten altijd tien hoofdstukken en zijn zo’n 15,000 woorden. Dan streef ik dus naar: ongeveer 2 hoofdfiguren, 3 secundaire figuren, en 5 figuranten.

Ga maar na. In een verhaal met slechts tien hoofdstukken, hoe groot is de kans dat je drie of meer hoofdfiguren genoeg tijd kan geven? Hoe groot is de kans dat je 10+ personages kan leren kennen en uit elkaar houden?

De “normale boeken” die ik vooralsnog heb geschreven bevatten vaak 30-40 hoofdstukken. Dan ga ik dus voor: ongeveer 5 hoofdfiguren, 10 secundaire figuren, en 20 figuranten.

Merk hierbij op dat bijvoorbeeld een bediende van een winkel die ze in één scene bezoeken, en die een paar simpele zinnen zegt, ook al een unieke figurant is.

Als je het op deze manier bekijkt, wordt je een stuk strenger voor jezelf in het zomaar toevoegen van nieuwe mensen, en focust meer op wat je al hebt.

En het resultaat is een groep karakters die meer diepgang krijgen, tijd om een ontwikkeling door te maken, en de lezer niet eindeloos verwarren.

De oplossing

Stel we hebben de tekst al geschreven en dit probleem bestaat al, hoe lossen we het op? Je kan zo creatief worden als je wilt, maar dit is wat ik meestal heb gedaan:

  • Deel ten eerste je personage in volgens die drie categorieën. Als je niet weet in welke een personage zou moeten passen, dan zit daar je eerste probleem.
  • Op dezelfde manier probeer ik personages altijd hun eigen functie te laten vervullen. Als er een specifiek probleem is, moet er één karakter zijn met de unieke gave om dat op te lossen, niet meerdere karakters die het allemaal zouden kunnen.
  • Voeg soortgelijke personages samen.
    • Die twee “leiders van de Uilen”? Dat werd één leider die de taken en scenes van beide personages overnam.
  • Zoek naar scenes of opmerkingen over figuranten, en kijk of het écht nodig is om daarvoor een nieuw persoon te noemen of een naam te gebruiken. Meestal niet. En het omschrijven van de scene zorgt voor een creatievere invalshoek.
    • In plaats van een figurant met als enige functie een boodschap vertellen aan je hoofdpersoon, kan je dit bijvoorbeeld ook via een brief laten gebeuren, of een bestand op een laptop, of een geheim bericht onder een radiouitzending, wat dan ook logisch is voor jouw verhaal.
  • Vaak voeg je personages toe vanuit een onbewuste aanname. Als je daarvan bewust wordt, kan je een creatieve omweg vinden.
    • Als je een jongerenroman schrijft, bijvoorbeeld, hebben die jongeren altijd ouders, dus de vader en moeder worden automatisch deel van het verhaal. Dit hoeft niet. Ik weet het, schokkend :p Je kan ze weglaten. Je kan besluiten dat het personage misschien één ouder mist en daar een diepere laag uithalen. Je kan twee personages familieleden maken zodat ze dezelfde ouders hebben.
    • Op dezelfde manier had ik vroeger de neiging om te denken dat een koning van een rijk niet genoeg was, je had een koninklijke familie nodig, of een hele raad aan belangrijke mensen. Denk er twee keer over na. Misschien is het wel véél interessanter als de koning echt alleen is en al z’n familie kwijt. Misschien wordt het verhaal juist sterker als er niet twintig mensen zijn die de macht hebben, maar slechts een handjevol vrienden.

Conclusie

Hoe ouder ik word, hoe meer ik een soort helderheid wens in verhalen. Misschien ben ik ongeduldig, misschien wil ik te snel lezen, dat kan. Maar ik werd zwaar geïrriteerd van de vele personages in mijn eigen oude verhalen, en met diezelfde irritatie lees ik sommige fantasy verhalen.

(Ik moet nu denken aan mijn recensie van de Kinderen van Bloed en Beenderen waarin ik ergens zeg dat ik totaal de draad kwijtraakte omdat steeds een berg nieuwe namen werd geïntroduceerd, voor personages die je maar één of twee scenes ziet en verder niet essentieel zijn. Zoiets simpels kan het hele verhaal haast onleesbaar maken.)

Hopelijk zijn deze tips nuttig in het reduceren van je hoeveelheid personages. Sinds ik dit doe, voelt het alsof mijn verhalen ineens tien keer zo professioneel werden, ook al zou een buitenstaander niet eens doorhebben wat je nou hebt veranderd.

Personages, de stille moordenaar van verhalen :p

Er zijn (nog) geen reacties.

Geef een reactie