Omdat je nooit weet wanneer je het nodig gaat hebben

Smaak

Eén van de lievelingszinnen van ouders is dat “vieze smaak tussen je oren zit”, of, nog erger, “je moet het vaak eten voordat je het lekker vindt”. Voeding is belangrijk, en juist daarom moeten ouders naar mijn mening ophouden met dit soort dingen zeggen, en er daadwerkelijk tijd en energie in steken.

Elke soort groente is niet automatisch een superfood voor je kinderen, en vet voedsel gaat je kinderen niet in een week obesitas geven. En ja, van te veel boterhammen word je ook dik, maar van te weinig boterhammen kun je niks meer doen omdat je geen energie hebt (als je de boterhammen niet vervangt door iets anders, tenminste). Ja, mensen moeten leren gevarieerd te eten en gezonde dingen eten die ze misschien niet heel lekker vinden. Maar als we kijken naar de reden waarom dingen gezond zijn, en waarom men ze niet of wel moet eten, kunnen we een veel beter advies opstellen dan “je bent gek en je moet gewoon deze sla dertig keer door je mond proppen, dan ben je er ineens dol op”.

Gewoon, nee. Ik heb in mijn leven al zeker honderden keren “gezonde dingen” gegeten die ik niet door mijn keel kan krijgen, en ik vind ze nog steeds niet te eten. Er is ook snoep dat anderen superlekker vinden, en ik niet, dus dat eet ik niet. Er is fruit dat ik lekker vindt, en fruit dat ik niet lekker vindt – dus ik eet het fruit dat ik wél kan eten, en daarmee krijg ik meer dan genoeg vitamines binnen. Ik hou van chips eten, maar als mijn moeder eens stiekem groentechips (ja, dat is een ding) koopt en ik eet dat zónder te weten dat het groentechips is, dan moet ik bijna overgeven. Dus het zit niet tussen de oren.

Verschillende mensen hebben verschillen in de voeding die ze moeten hebben of kunnen hebben (zonder te dik/dun of ziek te worden). Verschillende mensen hebben verschillende smaak.

Deze verschillen worden deels duidelijk door het feit dat smaak tussen mensen verschilt – waar de een elke dag kilo’s van eet, wil de ander na één keer nooit meer eten. Ik ken genoeg mensen die veel salades en groente heerlijk vinden, en vooral dat eten, en dat is prima. Maar, belangrijk is om op te merken dat ook zij groentes hebben die ze niet kunnen vreten.

Aan de andere kant, de overeenkomsten in voeding die mensen nodig hebben, wordt duidelijk in de dingen die over het algemeen lekker worden gevonden of veel worden gegeten. Veel mensen vinden chips, of (vegetarisch) vlees, of snoep en koek lekker. Het hoofdvoedsel van mijn hele jeugd was boterhammen, aardappelen en pasta (vanwege de koolhydraten die het basisniveau aan energie moeten leveren).

En dan zegt men natuurlijk meteen: te veel koolhydraten en vet maakt dik! te weinig vitamines en voedingsstoffen maakt ernstig ziek! Ja, maar andersom (te weinig vet en te veel vitamines, bijv.) geldt dat ook. Ouders praten, wat betreft voeding, meteen over extremen, wat vooral onnodig is. Te veel of te weinig van iets is altijd slecht, wat het ook is. Te veel beweging is slecht als je te weinig daarvoor eet. Te veel leren voor school is slecht als je daardoor te weinig contact met de buitenwereld overhoudt, of je eigen geluk verloochent.

Dus, om die balans te vinden, kun je je afvragen: waarom hebben mensen überhaupt smaak? Hoe kan dit zo sterk verschillen tussen mensen? Hoe kan het dat mensen geen natuurlijke rem hebben op voedsel dat “slecht” voor ze is?

 

Het antwoord is natuurlijk: evolutie. Dieren verbruiken stoffen, dus ze moeten die ook weer opnemen. Alle dieren die geen reden hadden om eten te gaan zoeken/jagen, stierven een trieste hongerdood. Toen, geluk bij een ongeluk, kwam er een beest dat verschillend reageerde op voeding, en zo een reden had om op zoek te gaan naar voeding dat hem gelukkig maakte. Zo overleefde dit wezen, kreeg het smaak, en hebben wij nu ook smaak.

Eén reden dat smaak verschilt is dan ook (waarschijnlijk) doordat de genen er voor verschillen. Het kan best dat meerdere dieren op andere momenten smaak ontwikkelden, en er daardoor meerdere genen daarvoor in omloop zijn (in zekere zin). Een mutatie in de smaakpapillen, bovendien, zorgt niet snel dat je doodgaat in de huidige samenleving (zelfs glutenvrij en lactosevrij eten is in overmaat aanwezig tegenwoordig), dus ook die mutatie blijft leven en spreidt zich voort.

Ten derde, speelt natuurlijk je omgeving een rol. Als al jouw vrienden zeggen dat iets vies is, dan probeer je het niet meer, of dan eet je het waarschijnlijk niet meer (zelfs als je het lekker vond). Als jouw ouders steeds van tevoren tegen je zeggen “dit is helemaal niet vies!”, dan wekken ze juist de indruk dat de meeste mensen het vies zouden moeten vinden.

Maar nog belangrijker, een vierde aspect dat vaak vergeten wordt is reuk. Dat je kunt proeven of iets giftig is is fijn, maar dan zit het al in je mond, dus ben je soort van te laat. Er zijn veel beesten daaraan doodgegaan voordat men kon ruiken of iets slecht was, of dat het vies gaan vinden. Het reukdeel van een menselijk brein is groter dan zo’n beetje elk ander deel, en toch negeren we het vaak volledig. Als jij als ouder gezond eten kan maken én iets er bij kan doen waardoor het lekker ruikt, wordt het automatisch lekkerder.

Om de derde vraag te beantwoorden, hoeven we slechts ons eerste argument er weer bij te halen. Beesten begonnen te eten om te overleven, en ze wisten niet van tevoren hoeveel eten ze gingen vinden, hoe voedzaam  het was, hoeveel energie ze gingen verbranden, et cetera. Vroeger at men inderdaad altijd vette dingen, en meer dan ze op dat moment nodig hadden, en toch is er niks dat ons doet vermoeden dat holbewoners een obesitas probleem hadden. Waarom ging dit goed? Omdat zij altijd in beweging waren, en niet in hun verwarmde bakstenen hutjes konden schuilen! Mensen hebben altijd de natuurlijk neiging om vet en suiker in te slaan, zelfs als ze al meer dan genoeg gegeten hebben, omdat ons lichaam niet automatisch kan aanpassen op onze huidige leefstijl. Ons lichaam denkt: “de winter komt, ik moet extra energie verbranden om mezelf warm te houden!” terwijl wij met warme chocomel en een dikke trui tegen de verwarming zitten.

Dus, al met al is smaak iets dat deels genetisch voor je bepaald is (sorry), en deels wordt aangepraat door anderen en jouw neus. Je kunt dus niet zo veel doen aan jouw smaak, maar wel veel voedsel uitproberen en gebalanceerd eten. Je moet iets vinden dat jou een basisniveau aan energie en vet geeft, want dat heb je gewoon nodig. Maar, al die honger naar ongezonde dingen die je dan nog overhoudt, moet je omzetten in gezonde dingen. En dat hoeft geen broccoli te zijn – ik weet zeker dat je iets nieuws kan vinden dat jij goed kan eten, en jou genoeg voedingsstoffen geeft. (Bijvoorbeeld, ze zeggen “twee stuks fruit per dag”, maar ik eet er een stuk of 8 tot 10 omdat ik meer vitamines nodig heb om ze op gezond niveau te houden. Ik vind het ook niet altijd fijn, maar het is wat het is.)

Voeding wordt nu vaak weggeschoven als een kleinigheidje in je dag, maar het overgrote deel van wat je bent, doet, en kan doen, wordt direct bepaald door je dieet. Laat je dit niet afpakken – beter te veel eten dan te weinig :p

 

Er zijn (nog) geen reacties.

Geef een reactie