Als je naar de universiteit gaat zit de kans er dik in dat je tentamens moet maken. Op de middelbare school was het nog gebruikelijk dat een docent de blaadjes zelf uitdeelde, en ophaalde, en er zelf bij zat gedurende het maken. Op de universiteit voelen professoren zich daar te goed voor en huren ze leden van de plaatselijke bridgevereniging in om dit voor hen te doen.
Op zich doen ze dat prima. In tegenstelling tot docenten zijn ze niet geneigd om tijdens het maken van de toets over je schouder mee te gaan kijken. (Want als ik ergens nerveus van word, is dat het wel.) Het zijn gewoon lieve, oude omaatjes die gaan kijken of je niet tijdens de toets op je mobiel de antwoorden opzoekt. Prima surveillanten.
Sterker nog, in de jaren dat ik op de universiteit zit heb ik vaak dezelfde mensen voorbij zien komen, en die zijn dan ook perfect op elkaar ingespeeld. Het is de gewoonte om een kwartier voor tijd te zeggen dat men nog maar een kwartier heeft, en mede te delen dat je niet meer de zaal mag verlaten tot het einde van de toets. Het gebeurt vaak dat iemand van de vijf rondlopende surveillanten ziet dat het een kwartier voor tijd is, en dan de mededeling de zaal inroept. Vervolgens schiet de rest wakker en zegt tegen hun deel van de zaal (die de andere vent ook echt wel gehoord hadden) hetzelfde bericht.
Nog leuker is als iemand diezelfde mededeling dan ook nog in het Engels doet (ook al zitten er geen Engelsen in de zaal), en vervolgens alle andere surveillanten in steenkolen-Engels dezelfde zin er uit proberen te krijgen. (Eigenlijk zou ik een keer een boze brief in het Frans moeten sturen dat ik mijn tentamen niet goed kon maken omdat ik er niks van begreep, en dan hopen dat ze in het vervolg ook Frans moeten omroepen. Daarover gesproken, ik vind het wel gemeen dat ze er zomaar vanuit gaan dat iedereen Engels kan. Ik ken meerdere personen die een tentamen niet goed konden maken omdat er zinnen in stonden die ze gewoon totaal niet begrepen. En ja, als je het vraagt, de surveillanten weten al helemaal niet wat het betekent.)
Hoe dan ook, het meest interessante moment is wanneer ze de blaadjes komen ophalen. Op de universiteit hoef je alleen je antwoordenblad in te leveren, want de opgaven hebben ze natuurlijk zelf ook nog wel een kopie van.
(Even terzijde: Ik heb nooit begrepen waarom ze op de middelbare er op stonden dat je het blad met opgaven teruggaf. Natuurlijk, het kan zijn dat het uur daarna een andere klas dezelfde toets doet, en je wil niet dat ze dan precies weten wat wordt gevraagd. Maar scholieren hebben iets en dat heet een geheugen, en ze kunnen ook gewoon de opgaven onthouden en doorvertellen. Kortom: als je leraar wordt, maak dan heel veel verschillende toetsen over hetzelfde onderwerp/hoofdstuk. Op die manier kun je door de jaren heen zien wat wél een goede toets is en wat niet, en je voorkomt dat mensen voorkennis hebben.)
Het gebeurt soms dat ik per ongeluk toch de opgaven er bij geef. Het antwoord is altijd hetzelfde: “die hoef ik niet”
Ze hadden kunnen zeggen “de opgaven mag je houden”, of “het blad met opgaven hoef ik niet te hebben”, of “je hoeft alleen je antwoorden te geven”. Maar nee, over tijd is deze uitspraak geëvolueerd tot de kortst mogelijke vorm: die hoef ik niet. En dat klinkt misschien onaardig, maar het is gewoon efficiënt. Je zou maar één van die lange zinnen honderd keer op een dag tegen vergeetachtige studenten moeten zeggen.
Ik kan geen kortere zin bedenken die hetzelfde duidelijk maakt, eventueel samen met een vinger die naar het opgavenblad wijst. “Geen opgaven” is te onduidelijk; de helft van de mensen denkt “oh je hebt nog geen opgaven, hier, neem de mijne”. Iets van “Neem opgavenblad mee” is ook ambigu; sommige mensen denken “oh, ik moet hem meenemen naar uw bureautje?”
De laatste optie is natuurlijk dat de surveillant gewoon “Nee” zegt wanneer iemand zijn opgavenblad aan haar geeft. Maar ik denk dat studenten dat op wel honderd verschillende manieren weten te interpreteren.
Er zijn (nog) geen reacties.