Omdat je nooit weet wanneer je het nodig gaat hebben

Wat ik leerde van mijn derde prentenboek

Onlangs heb ik mijn derde prentenboek Vierkante Ogre uitgegeven!

Dit is mijn grootste, meest ambitieuze project tot nog toe, wat betekent dat ik heel veel heb geleerd tijdens het proces. Hieronder vertel ik graag in het kort mijn bevindingen.

Ik schreef ook een dergelijk artikel voor mijn tweede prentenboek: Wat ik leerde van mijn tweede prentenboek

Les #1: Houd het klein

Toen ik het idee voor een “interactief prentenboek” bedacht, zei mijn hoofd: “Ah, ik heb ervaring met zowel prentenboeken als spelletjes, het is zoiets simpels … hoogstens een paar weken werk”

En dat was het ook geweest, als ik het klein had gehouden. Een boekje van twintig pagina’s met een paar abstracte puzzeltjes.

Maar nee, ik wilde er per se een héél goed puzzelspel van maken, én een heel goed verhaal, en dat allemaal geïllustreerd en in twee verschillende media (print en digitaal).

Uiteindelijk heeft dit project minstens 3-4 keer langer geduurd dan gepland, met als resultaat een prentenboek met meer dan 100 pagina’s.

Ben ik trots op het eindresultaat? Enorm. Was het een opluchting toen het eindelijk af was? Enorm.

In het vervolg moet ik letten op deze gewoonte die ik heb: “tja, ik heb nu toch al deze 10 dingen uitgeprobeerd, het zou zonde zijn om ze niet alle 10 in het project te verwerken toch?!”

Nee. Het antwoord is “nee, dat is geen zonde, dat heet efficiënt je tijd gebruiken en een project stroomlijnen”. (Ja, ik gebruik even het woord streamlining uit het Engels alsof het ook in het Nederlands kan.)

Dus volgende projecten worden waarschijnlijk korter en minder ambitieus.

Ironisch genoeg ga ik nog één keer die slechte gewoonte toepassen: namelijk bij het maken van Ronde Ogre, een combinatie van vervolg en uitbreiding op dit boekje. Maar daar kan ik niet meer omheen op dit punt.

Les #2: Zwart-wit is interessant

Het overgrote deel van dit boek is in zwart-wit getekend. Hoewel het soms best restrictief voelde, was het op andere momenten juist heel fijn.

Het maakt tekenen … simpeler.

Het heeft me veel geleerd over contrast, over voorgrond en achtergrond, over creatieve oplossingen voor het moment wanneer je twee dingen nagenoeg dezelfde grijstint zou willen geven.

Ik zal niet snel aanraden om een heel project in zwart-wit te doen, daarvoor is kleur gewoon veel te leuk en aantrekkelijk. Maar het is wel een hele goede training in de basisbeginselen van ontwerp en vormgeving.

Toen ik eindelijk, aan het einde van het boek, plaatjes in kleur mocht maken … och, het was alsof mijn ogen de loterij hadden gewonnen :p En dat is mooi, want dat is exact het gevoel dat ik wil opwekken met deze stijl- en verhaalkeuze.

Les #3: Dramatische lichtval is geen drama

Omdat het hele verhaal zich ondergronds afspeeld, in grotten en tunnels en dergelijke, zijn alle plaatjes donker. Ik moest ergens een lichtbron vandaan halen, wat betekende dat ik in elk plaatje bewust moest nadenken over waar sterk licht vandaan kwam.

Dit leidde tot veel betere composities, vind ik zelf. Een paar goed geplaatste lichten verhoogden het contrast en maakten een tekening meteen extra dynamisch. Daarbovenop bracht het een focus: als het enige licht in de hele scene op het hoofd van de Ogre schijnt, dan weet de lezer echt wel waar hij moet kijken.

(In dit geval probeerde ik ook creatief te zijn met de lichtbronnen: smartphones, kaarsen, vuurvliegjes, lampionnen, weerkaatsingen op spiegels/ramen, etc.)

Als extensie hiervan werden schaduwen extra belangrijk. Het maakt écht een groot verschil in realisme, als je een simpele harde schaduw toevoegt op plekken die logisch zijn. Bijvoorbeeld: als er een voorwerp tussen een lamp en een muur staat, verschijnt er een donker silhouette van dat voorwerp op de muur.

Les #4: Interactieve prentenboeken werken, maar zijn niet makkelijk

Het goede nieuws is: de puzzels sluiten naadloos aan op het verhaal én zijn leuk om op te lossen.

Het slechte nieuws: het was héél lastig om dit voor elkaar te krijgen. Ik heb wekenlang tientallen dingen geprobeerd, veranderd, opnieuw gemaakt, totdat ik eindelijk een verzameling regels had die:

  • Simpel genoeg waren dat je ze zelf kon onthouden (tijdens het lezen/spelen)
  • Op papier werkten. (Bijvoorbeeld, veel puzzelspellen op de computer staan je toe om dingen weg te halen of af te breken. Maar ja, dat kan niet als het allemaal op de pagina geprint staat.)
  • En samenwerkten met het thema en het verhaal. (Alles draait om zicht en uit een grot ontsnappen.)

In mijn uitgebreide devlog noem ik nog veel meer voordelen en nadelen van dit systeem. Zelfs na het maken van dit boek ben ik nog enigszins zoekende naar de beste manier om prentenboeken interactief te maken.

Sommige mensen verstaan onder “interactief prentenboek” een digitaal prentenboek of eentje die samenwerkt met een app. Ik ben een fel tegenstander daarvan, want ik wil juist kinderen achter schermen vandaan halen! Bovendien zijn er dingen die je met een fysiek boek kan doen (zoals fiches op de puzzel verplaatsen, of misschien dingen vouwen of uitknippen, etc.) en niet met een digitaal product.

Het computerspelletje dat ik maakte naar aanleiding van dit boek, kent bijvoorbeeld véél meer puzzels, en gaat nog een stukje door waar het boek stopte. Maar het boek is leidend en het spelletje is compleet onafhankelijk – je hebt het niet nodig. Bovendien zit in het spel een timer die je elke 20 minuten dwingt om even je ogen rust te geven :p

Dus ik ga sowieso meer interactieve prentenboeken maken … ik moet alleen nog zoeken naar de beste methode. En die bepalen vóórdat ik begin, want ik weet dat het een lange rit is met veel drempels.

Les #5: Proefdruk, proefdruk, proefdruk

Zowel digitaal als fysiek.

Digitaal: Ik heb nu dus meerdere keren hele boeken samengesteld. De eerste en tweede keer dat ik dat deed ging er van alles mis. Paginanummers klopten niet. Twee pagina’s stonden naast elkaar, die op zichzelf mooi waren, maar samen ineens heel lelijk en raar in het boek stonden. Bestanden werden te groot en crashten mijn computer.

  • Voor dit boek heb ik elk hoofdstuk een eigen bestand gegeven. Vervolgens exporteerde ik die als een PDF.
  • In Adobe InDesign startte ik een nieuw boek, waarin wederom elk hoofdstuk een eigen chapter was. Hier importeerde ik die PDF.
  • Waarom? Enerzijds omdat InDesign me betere controle geeft over de afloop. (Mijn andere programma kan geen onderscheid maken tussen inside bleed en outside bleed.) Anderzijds omdat ik nu slechts die origniele PDF hoef te updaten, en InDesign update automatisch het hele boek en de onderlinge samenhang, en ik heb maar één knop nodig die uiteindelijk alles regelt.

Tijdens het hele proces heb ik naast me, op mijn notitieblok, nauwgezet bijgehouden bij welke paginanummers we zaten en welke pagina’s enkel of dubbel waren. Ik heb daar letterlijk tientallen pagina’s aan verbruikt, allemaal om te zorgen dat ik écht nergens een fout maakte, en steeds precies wist wat er ging gebeuren.

En dat betaalt zich uit. Ik kon op het einde alles samenvoegen, op de “Exporteer” knop klikken, en alles … klopte gewoon. Paginanummers, posities, dubbele tekeningen, helemaal top.

Fysiek: Maar dit is een prentenboek met “bijzondere” zwart-wit pagina’s en puzzels. De representatie en ervaring van het boek op mijn scherm kan nooit hetzelfde zijn als het fysieke boek.

Dus ik heb, ver voordat ik de definitieve versie af had, al een proefexemplaar besteld om dit allemaal te bestuderen.

Godzijdank paste alles in de margins, kwamen de kleuren redelijk uit zoals ik wilde, voelde het materiaal goed en waren de pagina’s groot en helder genoeg om de puzzels erop te maken. Hierdoor hoefde ik slechts kleine aanpassingen te doen en ik wist dat het in de laatste versie goed zou komen.

Een hele praktische, technische tip

Ik was wél enigszins teleurgesteld over het contrast in de kleuren. Maar dat was niet de schuld van de drukker, dat was de schuld van mijzelf die niet realiseerde hoe printerinkt en schermkleuren in elkaar staken.

Kijk, inkt is negatief. Hoe méér inkt de printer over elkaar heen gooit, hoe donkerder de kleur wordt. Oftewel, als je alle kleuren samenvoegt (100% Cyan, 100% Magenta, 100% Yellow, 100% Key = zwart) krijg je een véél donkerdere kleur zwart dan als je alleen zwart-wit doet (0 0 0 100%).

Ik wist dit al, maar ik wist niet hoe groot het effect daarvan zou zijn. Uiteindelijk zijn alle plaatjes in mijn prentenboek een stukje lichter geworden dan gepland, en er is nergens een kleur die ook maar in de buurt van het donkerste zwart komt. Dat is … prima, maar wel een beetje jammer, omdat je daarmee een aantal mooie lichteffecten en decoraties verliest waar ik veel tijd in had gestoken.

Het probleem is alleen: ik kan dit simpelweg niet oplossen. Althans, niet zonder dat ik alle pagina’s in kleur doe. Want ik kan alleen diepere zwarte kleuren krijgen als ik óók al die andere inkt een beetje toevoeg.

Waarom kwam ik hier pas achter bij de proefdruk? Omdat onze schermen de kleuren een beetje aanpassen! Dat doen ze stiekem, zonder dat tegen ons te zeggen, zodat alles er mooier en “logischer” uit komt te zien op ons scherm. (Schermkleuren zijn namelik positief: hoe meer elk lampje in je scherm aanstaat, hoe lichter de kleur natuurlijk, tot je felwit krijgt als alle lampjes van een pixel aanstaan.)

Meestal is dat goed. Het hielp enorm bij het tekenen en ontwerpen, bij het kiezen van de juiste grijstinten voor goed contrast.

Maar het verpest dus ook je hele kleurperceptie, omdat op mijn scherm sommige plaatjes superdonker waren, terwijl ze in het boek gewoon een lichtgrijs zijn.

Wat doen we hiermee? Ten eerste: als mogelijk, vind een uitgeverij die voor lage kosten wél alles in kleur kan printen :p Ten tweede: vind een manier om deze kleurmanipulatie uit te zetten. Ik heb een knopje in Adobe InDesign waarmee ik kan zorgen dat de PDF mij de ware kleuren laat zien op het scherm. (Ik weet niet precies hoe het werkt, maar het lijkt vooralsnog te werken.)

Zo, dat was even een technisch verhaal over grijstinten.

Les #6: Praktijkervaring helpt

Deze les had ik al geleerd, maar ik noem hem opnieuw omdat hij zo belangrijk is.

Er zullen duizenden kleine en grote beslissingen zijn geweest tijdens het proces voor dit prentenboek, die het eindproduct véél beter maken, maar die ik niet bewust heb gedaan. Ik zou ze niet kunnen uitleggen, en ik kan ze dus ook niet in dit artikel schrijven, want ik maak die keuzes op basis van ervaring en intuïtie.

Als je echt geïnteresseerd bent in zelf zo’n (interactief prenten)boek maken, gaat het weinig helpen om dit soort artikelen te lezen. Dat geeft je slechts een kleine 1% boost. Je moet gewoon dingen gaan maken, en blijven maken, en na een tig aantal probeersels zal je merken dat je onbewust toch behoorlijk goed bent geworden.

Dus dat is de grootste les: ga dingen doen, zodat je jezelf dwingt te leren.

Dat was het! Hopelijk geniet je van het boek, of inspireert het, of heb je plezier bij het oplossen van de puzzels.

Tot de volgende keer, wat in dit geval dus Ronde Ogre gaat zijn :p

Er zijn (nog) geen reacties.

Geef een reactie