Omdat je nooit weet wanneer je het nodig gaat hebben

Mijn filosofie

Door mijn gezondheidsproblemen heb ik enkele dingen geleerd:

  • Gezondheid gaat boven alles.
  • Het onderwijssysteem is verschrikkelijk slecht.
  • Opvoeding (en hoe je jouw jongere jaren doorbrengt) is ongelofelijk belangrijk.
  • De wereld kan wat meer humor (en geluk) gebruiken.

Al vanaf jonge leeftijd moest ik hard werken om iets te bereiken. Een zware chronische ziekte hield me tegen, dus ik moest het goedmaken met extra inzet en energie. Ook had ik vele grote dromen, die jammer genoeg niet overeenkwamen met waar mijn huidige talenten lagen.

Ik wilde geweldige spelletjes programmeren, maar je wordt niet geboren met programmeertalent. Ik wilde een saga zoals Harry Potter schrijven, maar, op het moment dat ik dat dacht, kon ik nauwelijks lezen. Ik wilde zingen, maar door een scheve nek/rug verloor ik soms mijn stem.

In één zin

Daaruit vloeide de volgende filosofie: iedereen die zijn best doet en bereid is om altijd te verbeteren, zal veel bereiken.

Niks komt vanzelf, maar als je hard werkt, komt alles steeds meer vanzelf. Ik ben (nu ik dit schrijf) 21 jaar oud. Ik kreeg op mijn 7e al muziekles, en pas sinds twee jaar geleden durf ik te zeggen dat ik echt “goed genoeg” ben in mijn beide instrumenten. Al die tijd daartussen was het almaar oefenen, uitproberen, leren, fouten maken, en opnieuw dat moeilijke rotnummer spelen. (Maar als het dan lukt is het geen rotnummer meer :p)

Daarnaast liggen er veel kansen in ieders jeugd. In het onderwijssysteem en de opvoeding. Vaak worden deze kansen gemist, of zelfs omgezet in iets negatiefs.

Denk aan ons onderwijssysteem dat al je tijd opslurpt met onzin, maar je ook leert dat toetsen en punten het enige belangrijke in je leven zijn. Bijna iedereen om me heen loopt nu nog steeds met trauma’s van school én de gedachte dat aan het einde van alles een toets zit, één kans, en dat is het. Allemaal concluderen ze nu dat hun studie echt een verspilling van tijd en geld was, en de meeste doen dan ook iets compléét anders inmiddels.

Ik heb altijd geprobeerd mijn kansen te pakken in de tijd die ik had. Ik realiseerde vroeg dat ik véél minder tijd in school kon stoppen, en véél meer in mijn eigen ontwikkeling. In dingen die wél nut hadden en die ik wél nodig had.

Websites maken leerde ik niet op school — dat heb ik mezelf geleerd. Spellen maken leerde ik niet op school. Muziek maken, schrijven, tekenen, ontwerpen, marketing, een eigen eenmanszaak beginnen, het gaat maar door. Allemaal niet op school geleerd, maar om 12 uur ’s nachts, als ik een halfuurtje over had na bergen huiswerk en verplichtingen. Dan kon ik eindelijk iets nuttigs doen.

Als ik dat niet had gedaan … als ik niet mijn stinkende best had gedaan om constant nieuwe dingen op te pakken en mezelf te verbeteren … hadden dit blog en al mijn projecten niet bestaan. Dan had ik na 20 jaar met mijn geweldige schooldiploma in de hand gestaan, zonder enige vaardigheid, zonder enig pad om daarna te bewandelen. Dat wilde ik niet laten gebeuren. Niemand zou dat moeten laten gebeuren.

Zoals het oude gezegde luidt: jong geleerd, oud gedaan. (Of de moderne versie: jong belegen, oude kaas. Deze grap was beter toen dit stukje tekst nog op mijn “Over” pagina stond en refereerde naar iets anders, maar ach, ik laat hem er toch in staan.)

Kan dat iets concreter?

Concreet heb ik dus de volgende “regels”

Regel 1

Regel #1: Elke dag veel bewegen en sporten. Dat is belangrijker dan alles. Belangrijker dan school, dan werk, whatever.

Ik ben zo goed als nooit ziek of iets wat daar ook maar in de buurt komt. Ik sport elke dag minstens een uur intensief, meestal nog een stukje meer, en dat geeft juist energie en conditie, en het voorkomt vele problemen. Ik kan er niet bij met mijn hoofd hoe mensen klagen over hoofdpijn, verkoudheid of andere kwalen … maar weigeren om een sport op te pakken of niet de hele dag op een stoel te zitten.

Ik vind het zorgelijk dat de meest gehoorde reactie op “ik sport elke dag minstens 30-60 minuten” is “wow, dat is echt veel. Je bent gek, dat is ook niet gezond Tiamo!” (Of “ben je niet een beetje geobsedeerd met sporten?”)

Het is de officiële minimale bewegingsrichtlijn, al helemaal voor kinderen en jongeren. Als je daar onder zit, dát is ongezond, en dán ben je gek.

(Het wordt nog raarder als ze een soort halve dreigementen uiten als “nee dat hou je niet vol Tiamo, over een paar maanden is je lichaam gewoon op!” Nee. Wij zijn gemaakt om veel in beweging te zijn. Als je die gewoonte inbouwt, zal je merken dat er werkelijk géén negatieve gevolgen zijn, en je echt niet binnen de korste keren je lichaam helemaal uitput. Ik doe het al 15 jaar, en ik heb zelfs een chronische ziekte die mij eerder uitput en lichamelijk ongemak oplevert!)

Regel 2

Regel #2: Je kunt alles leren door consistent ermee bezig te zijn, en te durven experimenteren en fouten maken.

Ons onderwijssysteem leert iedereen dat er maar één manier is om dingen te leren: iemand moet het je vertellen, of je moet het lezen in een studieboek, en er daarna toetsen over maken. Pas als je alles in je kop hebt gestampt en hebt gereproduceerd op een toets, dan mag je aan het echte werk beginnen en doen alsof je iets kan.

Nee, dat is wel de slechtste manier om iets te leren. Geen enkel onderzoek ondersteunt het nut van ons onderwijs.

Je leert dingen door ze te doen. Als je over lange tijd consistent probeert iets te leren, te oefenen, te spelen, te experimenteren, dan zal je binnen een paar jaar behoorlijk goed zijn en iedereen voorbijstreven die er een studie in heeft gedaan. (Uitzonderingen daargelaten.)

En ja, dat gaat met vallen en opstaan. Dat is niet te meten met cijfers of toetsen. Dat is niet te controleren of in statistieken uit te drukken. En daarom vinden mensen het geen fijne gedachte.

(Ik maak elke dag duizenden kleine beslissingen die mijn werk ten goede komen. Ik zou niet eens kunnen uitleggen aan anderen wat ik doe of waarom. Het is ervaring en intuïtie. Soms gaat het direct in tegen de “gouden regel” die je in boeken over dit onderwerp zou vinden. Maar ja, hoe druk je dat uit in cijfers? Hoe maak je dat hard?)

Dit betekent dus ook dat ik niet meega in de gedachtes over “werk” en “carrière” die daaruit voortvloeien. Ik werk niet volgens een 9-tot-5 schema. Ik doe niet aan grootse planningen vooraf. Je kan mij niet zomaar bellen of vergaderingen inplannen, want de effectiviteit daarvan is, laten we zeggen, niet bewezen. Ik laat mijn gezondheid (fysiek of mentaal) niet ten onder gaan vanwege mijn werk en zelfverzonnen deadlines. Ik probeer professioneel werk te verrichten, maar ook gewoon een mens te blijven. En daardoor ben ik juist zo productief.

Regel 3

Regel #3: Alles wat ik doe is dus toegespitst op iedereen een leukere, socialere, nuttigere tijd te geven, vooral in hun jeugd.

Dat komt in de vorm van de spellen die ik maak: vrijwel altijd “lokale multiplayer”, wat betekent dat je ze samen met vrienden of familie op de bank moet spelen. (Het kan vaak niet eens alleen. En het is altijd “family friendly”. De heilige graal is: zelfs mijn moeder kan het spel begrijpen en spelen :p)

Dat komt in de vorm van wat ik schrijf en hoe ik daarin probeer jongeren en kinderen aan het denken te zetten, andere perspectieven te bieden, vooral duidelijk te maken dat ze moeten gaan leven! (In plaats van school op een voetstuk zetten.)

Dat komt in de vorm van mijn eindeloze zoektocht naar nieuwe vaardigheden om te leren, manieren om te verbeteren, en iets innovatiefs te maken. Om duidelijk te maken, in woord én daad, hoe je wél goed wordt in dingen. Ik produceer liever 20 projecten in een jaar waarvan er 5 mislukken, dan dat ik probeer één geweldig, perfect, groots, commercieel project af te leveren.

Regel 4

Regel #4: Ik heb een hekel aan mensen die niet hun best doen.

Het maakt mij dus niks uit of je fouten maakt. Een mail vol spelfouten ga ik nog steeds beantwoorden, als ik daarin lees dat je moeite hebt gedaan. Ik zie veel te vaak docenten die kwaad worden als hun leerling het niet perfect doet. Ik zie veel te veel jongeren die leren alleen maar te geven om het eindresultaat (een voldoende, een diploma, wat dan ook), en daarbij vergeten dat ze niet daadwerkelijk iets hebben geleerd of vooruit zijn gegaan.

Als ik tegen jou ga sporten, maakt het me niet uit als je vaak de bal misslaat of niet zo’n goede conditie hebt.

Wat me wél uitmaakt, is mensen die gewoon stil gaan staan, moedwillig de regels breken, en de bal constant wegmeppen maar weigeren om hem zelf op te halen. Mensen die zeiken over alles, maar zelf nooit een probleem ook maar probéren op te lossen. Dan ben je lui, je doet niet je best, en dat maakt alles moeilijker en vervelender, en waarom zou je dat doen?

Mensen zijn niet perfect, maar té veel mensen zien dat als reden om nooit meer moeite te doen voor iets en altijd in een negatieve energie te blijven hangen. Voor eeuwig het kleine kind dat bang is om en fout te maken.

En voor je het weet, trek je iedereen om je heen met je mee. Ik heb mijn hele jeugd moeten aanhoren hoe ik “niet kon zingen” en “onduidelijk schreef” en “zulke moeilijke spellen maakte”, met als conclusie dat ik het dus maar op moest geven en “een echte carrière moest zoeken”.

Maar dat is niet hoe de wereld werkt. Ja, toentertijd was ik belachelijk slecht in de dingen die ik deed, maar ik deed mijn best om te verbeteren. En weet je, die 20 jaar die iedereen kwijt is aan school … da’s best een lange periode, hè? Lang genoeg om van 0 naar 100% te gaan in wat je dan ook wilt leren.

Dus dat is wat ik altijd doe — mijn best.